VERBRANDING
Tijdens de verbranding in de status NORMAAL kan het systeem overgaan naar MODULATIE als:
• de temperatuur van de damp hoger is dan de optimale waarde in de werkingsconditie.
• of de temperatuur van het water van de ketel hoger is dan de waarde die is ingesteld op de thermostaat.
De MODULATIE wil de verbranding zodanig verminderen dat het geleidelijk aan de ingestelde waarde van
de waterthermostaat komt of de temperatuur van de damp verlagen. De modulatie brengt het systeem naar
vermogen 1.
Tijdens de verbranding in de status NORMAAL kan het systeem overgaan naar UITSCHAKELEN met fout
Er103 als:
• de temperatuur van de damp daalt tot onder 50°C;
• de temperatuur van de damp voor elk werkingsvermogen daalt tot onder de minimale drempelwaarde.
Tijdens de verbranding kan het systeem naar de statusUITSCHAKELEN en VEILIGHEID gaan als:
• de temperatuur van de damp boven de door de fabriek vastgestelde drempelwaarde komt.
• de watertemperatuur van de ketel boven 85°C komt.
Tijdens de verbranding kan het systeem naar de status STAND-BY gaan als:
• de temperatuur van de puffer gedurende 2 minuten hoger is dan de ingestelde temperatuur.
Bij het indrukken van de toets
Dit stadium heeft als doel de temperatuur van de damp onder de waarde van de uitgeschakelde ketel 50 C te
brengen, wanneer het systeem het reinigen van de verbrandingshaard en de warmtewisselaars uitvoert en
gaat daarna naar de status UITGESCHAKELD .
BLOKKERINGSSTATUS
Deze status treedt op tijdens de werking van de ketel of met uitgeschakeld systeem als een fout optreedt
tussen degenen die worden beschreven op pag. 248.
Om de blokkeringsstatus te herstellen is het nodig om:
• de opgetreden fout op te lossen (bijv. in werking treden veiligheidsthermostaat met herspanning keteltempe-
ratuur);
• als er geen alarmen meer zijn 3 seconden drukken op de toets
UITGESCHAKELD.
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
gaat de ketel, ongeacht in welke status hij staat, naar UITSCHAKELING..
Vr 15:29
Uitschakelen
Vr 16:23
Blokkering
en het systeem gaat naar de status
- 259
- 259
-
-