Installatie
Plaats van de oven en ventilatie
PLAATS VAN DE OVEN
De goed geplande en juiste plaatsing van uw oven
heeft
langdurig bedieningsgemak
gebruiker en bevredigende prestaties tot gevolg.
De
volgende
spelingen
gehandhaafd tussen de oven en alle ontvlambare
en niet ---ontvlambare constructies.
Linkerkant ovenbehuizing/regel kast --- 15.2 cm
D
(6")
Achterkant ovenbehuizing --- 0 cm (0")
D
De
volgende
spelingen
gehandhaafd voor het verlenen van service.
Linkerkant ovenbehuizing --- 97 cm (38")
D
Achterkant ovenbehuizing --- 71 cm (28")
D
N.B.: Op de gasmodellen kan routine-onderhoud
gewoonlijk worden uitgevoerd binnen de
beperkte ruimte die door de afstandsbeugel
van de gasslang wordt geboden. Als de
oven verder van de muur moet worden
verwijderd, moet het gas eerst worden
afgedraaid en van de oven worden
uitgeschakeld voordat de afstandsbeugel
wordt verwijderd. Sluit de afstandsbeugel
opnieuw nadat de oven weer op de normale
plaats staat.
Het is uiterst belangrijk dat er toereikende
luchttoevoer naar de oven blijft gehandhaafd,
teneinde voldoende verbranding en ventilatielucht
te verschaffen.
Zet de oven in een tochtvrij gebied.
D
Houd het gebied rondom de oven vrij van alle
D
brandbare materialen zoals papier, karton en
ontvlambare vloeistoffen en oplossingen.
De oven niet op een stootstuk zetten of tegen
D
een muur afdichten. Hierdoor wordt de stro-
ming van lucht belemmerd en behoorlijke venti-
latie naar de aanjaagmotoren voorkomen. Deze
toestand dient gecorrigeerd te worden om per-
manente schade aan de oven te voorkomen.
VENTILATIE
Een mechanisch aangedreven ventilatiesysteem
is vereist om overmatige hitte en keukendampen
te laten ontsnappen. Voor gasmodellen is een
ventilatiesysteem ook vereist om de bijproducten
voor de
moeten
worden
moeten
worden
74
van gasverbranding te verwijderen. De noodzaak
van een op de juiste manier ontworpen en
geïnstalleerd ventilatiesysteem kan niet genoeg
worden benadrukt.
Wat volgt zijn algemene aanbevelingen en
richtlijnen voor goede ventilatie. Het is mogelijk
dat uw specifieke toepassing de services van een
ventilatiespecialist of –adviseur vereist.
De ventilatiekap moet goed werken met het
verwarmings-, ventilatie- en airconditioningsysteem
(HVAC) van het gebouw. De hitte-uitlaat en
luchttoevoerflow van de kap moeten de juiste
afmetingen hebben. De luchttoevoer moet worden
verschaft door het systeem in de kap of door het
HVAC---systeem
van
overmatige negatieve druk in het ovengebied te
voorkomen. De luchttoevoer moet ongeveer 80%
van de luchtstroom vervangen die door de kap
wordt afgevoerd. Onderstaande tabel kan als
richtlijn
worden
gebruikt,
luchtstroomwaarden
zijn
doelmatigheid van de het ontwerp van de kap, de
hoeveelheid luchtstroming rondom de oven, en van
de luchtstroming die momenteel in en uit het
keuken- of ovengebied bestaat (voor bestaande
installaties).
ENKEL
DUBBEL
Uitlaatvolume – CFM (m# # # # /min.)
400-500
800-1000
(14-17)
(23-28)
Toevoervereisten – CFM (m# # # # /min.)
320-400
640-800
(12-14)
(18-23)
In het gunstigste geval wordt de luchttoevoer
verschaft door het HVAC---systeem van het
gebouw, of als tweede keus, via de kap met een
in serie---tempereenheid. Lucht die rechtstreeks
van buiten het gebouw naar het keuken--- of
ovengebied wordt geleverd en die niet getemperd
is zou als luchttoevoer kunnen worden gebruikt,
maar het ontwerp moet dan worden aangepast
om rekening te houden met mogelijke nadelige
bedrijfs --- en milieu---invloeden.
het
gebouw,
teneinde
maar
de
juiste
afhankelijk
van
de
DRIEVOUDIG
1200-1500
(34-43)
960-1200
(27-34)