5.11 – Activeerbare instructies voor domoticasystemen
De instructie activeert op de besturingseenheid de bidirecti-
onele verzending van gegevens, weergave van de seriële
radiocodes en verzending van de positie van de automatise-
ring tijdens de manoeuvre.
Invoeren:
WEB_ON [Carriage Return]
Op deze wijze wordt de weergave van seriële radiocodes
geactiveerd, indien deze in de besturingseenheid zijn opge-
slagen, en kan de instructie pos worden gebruikt om de
motoren procentueel te bewegen en de manoeuvre te vol-
gen.
Instructie voor deactivering:
WEB_OFF [Carriage Return]
Op deze wijze wordt de weergave van codes geactiveerd.
5.11.1 – Weergave van seriële radiocodes
Als de TT6 een radiosignaal van een van de opgeslagen
afstandsbedieningen ontvangt, worden de volgende gege-
vens over de zender serieel verzonden.
RAD * 0003E965 0000 0100000000
De eerste 8 cijfers staan voor de code van de afstandsbe-
diening, de 4 volgende cijfers staan voor het variabele deel
van de code van de afstandsbediening (gemaskeerd als
nullen). Van de laatste 10 cijfers staan de eerste 4 voor de
14 - Nederlands
ingedrukte toets en zijn de laatste 6 voor toekomstig
gebruik.
5.11.2 – Instructie procentuele motorbeweging
Om de motoren over een percentage van hun totale bewe-
gingsbereik te laten bewegen (na instelling van de eindaan-
slagen) gebruikt men de instructie:
POS > [XX] [YY] [PPPP] [ZZZZ] [TT] [Carriage Return]
Waarbij:
[XX]
Het adres van de motor is.
[YY]
Het knooppunt is (voor screenmotoren is de
standaard 04).
[PPPP]
De procentuele waarde is die bereikt moet
worden, uitgedrukt in duizendsten.
[ZZZZ] [TT] De laatste twee parameters in de screenmoto-
ren voor toekomstige toepassingen op FFFF
en FF zijn ingesteld.
Om motor nummer 02 bijvoorbeeld naar de middenwaarde
(0500) van zijn bewegingsbereik te brengen, moet de
instructie als volgt worden samengesteld:
POS # 02 04 0500 FFFF FF
Tijdens de beweging worden de tekenreeksen met de actu-
ele positie van de motor als asynchrone berichten verzon-