• Respecteer de verkeersregels
• Draag altijd officieel erkende persoonlijke veiligheidsvoorzieningen
• De beschermbril altijd schoonhouden
• Niet rijden met breekbare of puntige voorwerpen in de zak
• De achteruitkijkspiegels goed afstellen
• Altijd zittend rijden, met beide handen aan het stuur en de voeten op de voetsteunen
• Niet gekoppeld aan andere voertuigen reizen
• Niet slepen of gesleept worden door andere voertuigen
• Houd altijd de veiligheidsafstanden
• Niet vertrekken met uitgeklapte standaard
• Steigeren, slalommen en schommelen is zeer gevaarlijk voor u, voor anderen en
voor uw voertuig
• Gebruik op wegen vrij van grind of zand beide remmen; één alleen kan leiden
tot gevaarlijk en oncontroleerbaar slippen
• Gebruik bij het remmen beide remmen om zo het voertuig met minder ruimte tot
stilstand te brengen
• Rijd op natte wegen en op terrein voorzichtig en met een matige snelheid: gebruik
de remmen met grotere gevoeligheid
NL
RIJ VEILIG
6