2
TOEVOER GEMENGDE OLIE (RR 200-250-300)
Om bij te tanken verwijder de tankdop (pag. 21).
De brandstoftankinhoud is terug te vinden op pag. 10.
Na het bijvullen de dop erop plaatsen en stevig sluiten.
De olie vermeld in de tabel ''Aanbevolen smeermiddelen en vloeistoffen" op pag.
18 gebruiken.
STARTEN MOTOR
Zet de brandstoftankkraan op ON of RES (pag. 20).
Controleer of de versnellingsbak in neutraal staat (pag. 23).
Trek aan de koppelingshendel (pag. 21).
Klap de standaard (pag. 24).
MET ELEKTRISCHE START (RR 200-250-300):
Druk op de startknop gedurende maximum 3 seconden (pag. 22). Indien het
voertuig niet start, wacht 30 seconden vooraleer opnieuw te proberen.
OPMERKING:
De pauzes zijn noodzakelijk om de gegenereerde warmte te verspreiden en te
voorkomen dat de accu beschadigd wordt.
Bij temperaturen onder de 15°C, zal de start zwak zijn, niet omdat de accu bescha-
digd is maar omdat die zich moet opwarmen. Bij temperaturen onder de 15°C,
kan het dus nodig zijn verschillende startpogingen te verrichten om de accu op te
warmen en zo de elektrische energie die de accu beschikbaar stelt te vergroten.
Druk niet op de knop als de motor draait.
MET KICKSTARTPEDAAL (RR 125) (pag. 23):
Het pedaal intrappen om de motor te starten door met de voet een flinke slag te geven.
LET OP
Zodra het pedaal ingetrapt is deze onmiddellijk loslaten. Dat voorkomt
terugslag voor het hele startsysteem en de voet.
ALS DE MOTOR KOUD IS:
Zet de starter aan (pag. 21), start de motor zoals hierboven beschreven, wacht
een paar seconden, en breng de starter dan terug in beginpositie.
NL
36