Koken en hopdosering
Door nu de bekomen vloeistof (wort) te koken, wordt deze geheel steriel en zal
een belangrijk chemisch proces (namelijk isomerisatie van de alfazuren van
de hop) zich voltrekken en zullen de eiwitten neerslaan. Optioneel: dit gebeurt
optimaal bij een pH van 5,2. Aanzuren met melkzuur indien nodig.
Verwarm het wort tot het kookpunt. Let hierbij op dat als het kookpunt bereikt
wordt, het wort niet overkookt. Zet het vuur eventueel iets lager. Volgens het
gebruikte recept dien je dan de hop en eventuele kruiden (zie brouwfi che) toe te
voegen op welbepaalde tijdstippen. Deze zijn reeds voorverpakt in een hopzakje
en luchtdicht verpakt. Het hopzakje leg je dan in het kokende wort. Regelmatig
in het wort roeren is noodzakelijk om de hop zoveel mogelijk zijn smaak te laten
afgeven. Na de hopdosering zal het wort, dankzij de hopoliën, minder schuimen.
Na de kooktijd zet je het vuur af. Haal onmiddellijk na het koken het hopzakje
uit het hete wort. Al snel vormen zich wolken in het wort; dit zijn neerslaande
eiwitten die in de mout aanwezig waren en die we niet allemaal nodig hebben.
Reeds na korte tijd zakken deze eiwitten naar de bodem van de vloeistof.
Koelen van het wort
Het is heel belangrijk dat het wort nu zo snel mogelijk afgekoeld wordt, omdat
elke vorm van infectie moet worden vermeden. Als je weet dat infecties ontstaan
bij temperaturen van 15°C tot 40°C en dat we net deze temperaturen moeten
bekomen, begrijp je het belang van goed gereinigde materialen. Daarom be-
nadrukken we nogmaals; voordat je enig materiaal gebruikt, moet je dit steeds
reinigen met het reinigingsmiddel Chemipro® OXI. Lees de gebruikswijze van
dit product. Het afkoelen gebeurt door middel van de Brewferm
Het is een rvs platenwarmtewisselaar met 4 aansluitingen: in-/uitgang water en
in-/uitgang wort. Sluit de slang van de uitgang linksonder aan op een koudwa-
terkraan, dit wordt het 'koelwater in'. De slang van de uitgang linksboven is dan
'koelwater uit'. Deze leg je klaar in een grote opvangbak of in de wasbak. De
slang aan de uitgang rechtsboven maak je vast aan het kraantje van de kookke-
tel, dit is dan 'wort in'. De slang aan de uitgang rechtsonder wordt dan 'wort uit'.
Deze kun je meteen in het gistingsvat hangen. Door nu de koudwaterkraan en
de kraan van de kookketel open te zetten, start de koeling. De toevoersnelheid
van koud water en wort beïnvloedt de uitgangstemperatuur van het wort. Laat
het wort langzaam doorstromen en regel het debiet van het kraantjeswater
zodanig dat je een optimale koeling bekomt. Het uitstromend wort heeft dan
een temperatuur van ongeveer 25°C.
Als je gebruik maakt van een spiraal wortkoeler: zet de spiraal in het hete wort.
Dit mag al vanaf een kwartier voor het einde van het koken. Zo zal de spiraal
zeker steriel zijn. Sluit één kant aan op een koudwaterkraan en de andere kant
leg je klaar in een grote opvangbak of in het aanrecht. Zet nu de koudwater-
kraan open en houd de temperatuur van het wort in het oog. Deze dient een
temperatuur te bereiken van ongeveer 22°C tot 25°C. Zachtjes roeren om het
afgekoelde gedeelte te mengen met het nog warme. Terwijl het afkoelingsproces
bezig is, kun je gerust naar het volgende punt overgaan.
Giststarter aanmaken en overheveling
Naargelang het soort bier je wil verkrijgen, heb je een bepaalde gistsoort nodig.
Gebruik je een gist van Wyeast, dan hoef je voor een hoeveelheid van 20 liter wort
geen speciale giststarter aan te maken (met de Wyeast-verpakking Activator
start je tot 20 liter wort op). Volg de gebruiksaanwijzing van deze gistsoort op,
het kan zijn dat je deze gist al eerder dient op te starten. Gebruik je echter de
korrelgist (droge gist), dan moet je vooraf een giststarter aanmaken. Dit omdat de
gisting snel op gang moet komen, wederom om de kans op infectie te verkleinen.
Tijdens de eerste dagen van de gisting vormt zich namelijk koolzuurgas en ook
beetje bij beetje alcohol en het is juist de overvloedig gevormde koolzuur die een
infectie kan voorkomen. De giststarter maak je het best daags voordien of de
ochtend van het brouwen. Hiervoor kook je gedurende 15 minuten een suikerop-
lossing (ongeveer een afgestreken eetlepel suiker voor 250 ml water), zodat het
steriel is. Als deze oplossing is afgekoeld tot op 25°C, giet je ze over in een glas of
gistfl es en voegt er de droge gist aan toe. Zorg ervoor dat alle gist wordt opgelost.
Dek het glas af met wat folie of de gistfl es met de dop (niet vastdraaien) en zet op
kamertemperatuur. Na enkele uren zal normaal gezien de gisting reeds beginnen.
Dit zie je aan de hand van opstijgende luchtbelletjes in de oplossing en schuimvorming.
Nadat het wort door de wortkoeler is afgekoeld tot ongeveer 25°C kun je je
eerste dichtheidsmeting uitvoeren: vul het maatglas met wort. Een correcte
PROFICIAT EN PROOST!
Door steeds meer te brouwen, zal je zien dat je zelf enige
verbeteringen zal kunnen aanbrengen en zelf recepten zal kunnen
gaan samenstellen. Schrijf daarom steeds je brouwproces op en
de evaluatie van het bier achteraf ook.
De mogelijkheden zijn onbeperkt en het plezier blij altijd even groot.
dichtheidsmeting vindt plaats bij een temperatuur van 20°C. Plaats voorzichtig
de dichtheidsmeter (ook hydrometer en densimeter genoemd) in het maatglas
en lees de dichtheid af; voor bier ligt dit normaliter ongeveer tussen 1050 en
1100, maar soms kan dit wel licht daarvan afwijken. Schrijf dit getal op samen
met de datum van opname. Dit is je begindichtheid.
Gist toevoegen en gisting
Eens het wort overgeheveld is, kun je de giststarter toevoegen. Roer deze goed
door het wort en sluit het vat af met het deksel. Vul de buitenste ring van het
waterslot met ongeveer 2 cm water. Zet het volledige waterslot op het deksel.
Als alles goed verloopt, start de gisting binnen enkele uren en het overtollige
koolzuur zal ontsnappen via het waterslot.
Controle gisting
Houd nauwlettend de gisting in het oog. Zorg ervoor dat de omgevingstempe-
ratuur 's nachts niet te veel daalt. Na ongeveer een tiental dagen gisten, meet
je de dichtheid en naargelang het type bier (voor zware bieren ongeveer 1010-
1015, voor lichte bieren 1005-1010) kun je het bier gaan bottelen. Doe dit zo
snel mogelijk om oxidatie te voorkomen. Nu heb je de einddichtheid van je bier
gemeten. Als je het verschil maakt tussen de begin- en einddichtheid en
dit getal vermenigvuldigt met 0,136 weet je hoeveel alcohol er ongeveer in je
bier zit.
Lagering
wortkoeler.
®
Het wordt aangeraden het bier te laten lageren. Hiertoe wordt het bier
overgeheveld naar een ander vat en op een koele plaats gezet.
Op deze manier wordt het bier van de overtollige gist afgehaald. Door de koelere
temperatuur lost al wat meer koolzuur op in het bier, maar belangrijker is dat er
een aantal ongewenste smaakstoff en worden verwijderd (zoals o.a. diacetyl).
Tevens verbetert het de schuimstabiliteit van het bier en zal het bier uitklaren.
Een lagering duurt langer als de temperatuur lager is. Reken op een tiental
dagen bij keldertemperatuur en een drietal weken bij 7°C.
Bo elen
Hevel het bier over in de gereinigde ketel, maar let er op dat je de droesem
onderaan in het gistingsvat niet mee overhevelt. Los de aangeduide hoeveel-
heid suiker (gram per liter bier, zie brouwschema) nodig voor de vergisting
op in een kleine hoeveelheid gekookt en afgekoeld water en voeg toe aan het
bier. Je moet dus ongeveer weten hoeveel bier je nog hebt. Zeker niet te veel
suiker toevoegen!
Flessen
Hiervoor dien je natuurlijk eerst fl esjes te reinigen. Als dit gedaan is, kun je
de fl esjes vullen. Sluit onmiddellijk de fl esjes en als alles goed is, heb je na
6 tot 8 weken een lekker biertje. Zet de fl esjes de eerste week weg op een
warme plaats (boven 20°C) voor de nagisting. Daarna kunnen ze verhuizen
naar de kelder of een andere koele plaats, waar het bier verder kan rijpen
op de fl es. De fl esjes kunnen nu nog voorzien worden van een mooi etiketje.
Drukvat
®
Je kunt ook een minidrukvat (5 liter) of een soda-keg gebruiken. Belangrijk
hierbij is evenwel dat je minder suiker gebruikt voor de hergisting. Je moet
hier het brouwschema niet volgen.
Gebruik 3 g suiker per liter bier. Ook zet je het drukvat eerst op
een warme plaats.
Proeven
Het belangrijkste komt nu: het proeven van je bier. Let er bij het uitschenken op
dat je de bodem niet in beweging brengt, zodat het bier niet nodeloos troebel
wordt (uitgezonderd witbieren). Het oog wil ook wat: is het bier helder en heeft het
een mooie stabiele schuimkraag?
Vervolgens het aroma: onderscheid je verschillende geuren (wort, hop, kruiden ...)?
Heeft het een goede smaak en bevalt het je? Indien dit alles positief kan
worden beantwoord, heb je alles perfect gedaan.
Brewferm
products by Brouwland
®
Korspelsesteenweg 86
3581 Beverlo - Belgium
T. +32 11 40 14 08
www.brewferm.
be