onbedoeld in het stralingsgebied bevinden. In dergelijke gevallen is het beter een kleinere straler
(b.v. de rondveldstraler) te gebruiken.
Tijdens de behandeling dient de patiënt een ontspannen en rustige lichaamshouding aan te kunnen
nemen.
Baby's kunnen het beste helemaal worden uitgekleed voor de behandeling. Hun lichaamsvolume
vraagt om speciale nauwkeurigheid bij het berekenen de dosis en de huidtemperatuur moet
regelmatig met de hand worden gecontroleerd.
4.3
Dosering
Indien men de bedieningsvoorschriften nauwkeurig opvolgt, dan zal de patiënt geen schade van de
microgolfbehandeling ondervinden. Door de sterke toename van de bloedcirculatie wordt de opkomende
warmte snel verder geleid zodat er geen hittestuwing kan plaatsvinden. Door grove behandelfouten
(sterke overdosis) kan schade veroorzaakt worden, zoals dat met iedere andere fysieke of
medicamenteuze behandelmethode het geval is.
In de praktijk kunnen vier niveaus van warmtegevoeligheid worden onderscheiden:
Onwaarneembare warmte: de huid is tot net onder de warmtegevoeligheidsdrempel opgewarmd.
Stel de dosis zo in dat de warmte net waarneembaar is, en verminder de dosis vervolgens een
paar stappen.
Enige warmte: net waarneembare warmte
Comfortabele warmte: aangename, goed verdraagbare warmte
Heet: een nog net verdraagbaar, bijna brandend gevoel van warmte
De subjectieve warmtesensatie van de patiënt moet altijd maatgevend zijn voor de dosering. Daarom
moet men bij de eerste behandeling altijd enige tijd uittrekken om zorgvuldig naar de subjectieve
waarneming van de patiënt te vragen.
De instelling van het vermogen geschiedt nooit volgens een schema, maar altijd individueel.
De warmtegevoeligheid is bij elke patiënt verschillend en stabiliseert zich pas na ongeveer vijf
minuten.
De warmtegevoeligheid van de patiënt kan gedurende de behandeling variëren (adaptatie).
Vraag de patiënt om een toenemende warmtesensatie te melden. Het vermogen kan dan worden
verlaagd.
Bij het uitblijven van een warmtesensatie mag men er in geen geval toe over gaan het vermogen
te verhogen.
Vermoedt men sensibiliteitsstoornissen dan kan men de subjectieve warmtewaarneming van de
patiënt aan de hand van de huidtemperatuur controleren. In een dergelijk geval dient men uiterst
voorzichtig te doseren en uitsluitend met lage vermogens en korte behandeltijden te werk te
gaan.
Tot slot wijzen wij er nadrukkelijk op, dat toepassing van microgolf op een plaatselijk verdoofd
behandelgebied ten strengste af te raden is; het kan daarbij tot ernstige verbranding komen!
4.4
Na de behandeling
De verwachte effecten worden gecontroleerd.
De patiënt wordt gevraagd eventuele reacties die optreden duidelijk te omschrijven.
081-400-095-49
Volg de instructies in de gebruikershandleiding.
Lees de veiligheidsinstructies en gebruiksinstructies aandachtig door en pas ze
toe.
NEDERLANDS
Page 7 of 19