NL
ST. ROCH
In 1940 vertrok de St. Roch uit Vancouver coor een geheime missie door de Noordwest Passage. Deze reis combineerde een normale bevoo-
rradingsreis langs bases van de Royal Canadian Mounted police (de 'Mounties') met een duidelijk vlagvertoon voor Canada in de Poolcirkel.
Door extreme weeromstandigheden zat het schip twee winters vast in het Poolijs en arriveerde pas in Halifax op 11 oktober 1944. Deze reis kostte het
leven aan een bemanningslid. De St. Roch was het eerste schip dat de reis door de Noordwest Passage vanuit de Stille Oceaan naar de Atlantische
Oceaan volbracht. In de zomer van 1944 werd het ook het eerste schip dat deze tocht met succes in beide richtingen maakte door van Halifax weer
terug te varen naar Vancouver. De St. Roch werd in 1928 door de Burrard Dry Dock Company in Vancouver gebouwd.
KIEL, SPANTEN EN DEKKEN
Bestudeer eerst de bouwbeschrijving, tekeningen en de afbeelding op het deksel van de doos grondig en bouw het schip als het ware eerst in
gedachten. Dit voorkomt later verrassingen. Vermeldde kleurnemmers zijn van Humbrol verf. Plaats de bouwplank A op een stevige, vlakke ondergrond.
Druk de rechter kiel uit de plank en schuur de randen glad. Zet de kiel met spijkertjes vast op de bouwplank (spijkers niet helemaal doorslaan). Plaats de
spanten haaks op kiel op hun aangegeven plaatsen met de bovenrand gelijk aan de bovenrand van de kiel. Haal de dekken uit de planken en teken een
lijn op de dekken op 5mm vanaf de buitenrand (binnen deze lijnen worden de dekken later bekleed). Leg de dekken op de spanten om te controleren of
de spantkoppen correct in de uitsparingen van de dekken vallen; eventueel bijwerken. Lijm nu de spanten op de kiel en leg de dekken er los op, zodat
de spanten in de correcte stand blijven staan tijdens het drogen van de lijm; schuur de voorste rand van hulpdeel 0A schuin (hierop worden de huidstrips
vastgelijmd) en lijm het vooraan op de kiel. Lijm nu de dekken op de spanten, te beginnen met dek 12, daarna schotten 14 en 15 en de dekken 11 en
13. De spanten dienen nu afgeschuind te worden in de vorm van de romp, zodat de huidlatten over gehele spantdikte aanliggen en de zijkant van de
romp in één vloeiende lijn volgen. Controleer dit door een huidstrip langs de spanten te leggen en vijl of schuur de spanten schuin weg. Als dit niet goed
gedaan wordt, ontstaan er knikken in de romp die er niet meer uitgeschuurd kunnen worden, dus werk zorgvuldig. Lijm verschansingen 18 en 19 op de
spanten met de bovenrand gelijk aan de top van de spantkoppen.
BEPLANKING
Omdat de omtrek van spant 5 groter is dan van de andere spanten moeten de huidstrips naar voren en naar achteren iets afgeschuurd worden; men
noemt dit verjongen. Zet een strip nr.16 met een speld vast op spant 5 (op dekhoogte) en druk hem tegen de andere spanten aan zonder hem te
dwingen; deze strip sluit aan op nrs.18 en 19. U ziet nu vanzelf waar er iets van de strip afgeschuurd moet worden. De strip nu pasklaar maken en op
de spanten lijmen; met glaskop- spelden vastzetten tot de lijm goed droog is. Lijm de strips op de spanten en tegen elkaar. De huidstrips lopen van
hulpstuk 0A op de steven naar achteren en eindigen op spant nr. 10, daar worden ze gelijk geschuurd met de achter- kant van de spant. De romp van
boven naar beneden dichtmaken. Dezelfde procedure volgen voor de linker romphelft en de twee romphelften tegen elkaar lijmen. Als de lijm goed
droog is, de hekblokken nr.17 aanbrengen en gelijk met de huidstrips in vorm schuren. Nu ook de gaten maken voor de patrijspoorten en kluisgaten
F67 in de voorsteven. De romp nu geheel goed glad schuren, puttingijzers F539 aanbrengen en berg- houten 21 op de romp lijmen. Lijm 2 stukjes
strip nr.22 op verschansingen 18 en 19. De romp, de binnenzijde van de verschansing (kleur nr.22) en de watergoot (kleur nr.22) buiten de getekende
lijn op het dek nu gronden, waar nodig te plamuren, schuren, gronden, schuren, voor- lakken, schuren en aflakken. De kleuren zijn op de deksel
duidelijk te zien. De romp wordt boven de waterlijn lichtblauw nr. 47 en eronder rood nr. 153. Dekken 11 en 12 kunnen nu met dekstrips 22 bekleed en
roodbruin nr. 133 geschilderd worden; werk vanuit het midden naar buiten tot aan de eerder opgetekende lijn; N.B. de plaats waar de mast komt niet
bekleden. Breng de pot- deksels nrs. 24 aan op de spantkoppen 3,4,5 en de bovenste huidstrip ter hoogte van dek 12, dan nr.23 op de bovenkant van
verschansing 18 en nr.25 op verschansing 19. Potdeksels zwart (kleur nr. 21) schilderen, evenals de berghouten.
OPBOUW, STUURHUIS ENZ.
Haal de wanden van de opbouw nr. 27, 28 en 29 uit de plank, schuur de randen glad en lijm zijkanten 29 tussen voorkant 27 en achterkant 28 met de
bovenranden (dis is de rand net boven de patrijsoorten) op elkaar aansluitend. De voor- en achterkant schuiven in de uitsparingen in potdeksel 25 en
de onderkaten van zijkantenen 27 rusten óp 25. Op de 4 hoeken worden verti- caal stukjes nr. 22 gelijmd en daartussen wordt de opbouw horizontaal
bekleed met strips nr. 22. Gaten voor patrijspoorten maken en patrijpoorten aanbrengen. Lijm nu dek 30 erop. Knieën 51 onder stuurdek tegen
voorwand 27 lijmen. Rond-om langs de rand van dek 30 wordt strip 38 gelijmd; stel nu de stuurhut samen, dan schuren, schilderen en op dek 30 lijmen.
De rest van dek 30 wordt bekleed met strip 22 en lichtblauw geschilderd. De kleur van gehele opbouw is lichtblauw. Verschansing 40 aan weerszijden
van het stuurhuis aanbrengen en afdekken met stukjes strips nr. 37. Het achterdek binnen de eerder getekende lijnen nu ook bekleden met strips 22
(de plaats waar de mast komt niet bekleden) en roodbruin schilderen. De rollen F374 voor de stuurkabel (draad F71) aanbrengen m.b.v. stukjes F663.
De kabel loopt van kabelkokers 39 aan weerszijden van het stuurhuis via de rollen naar een spijkertje F231 onder 68. Nu kist 57,58,22,F663,F664
en de afdekking van de stuurmachine 68,21,22 samenstellen, schilderen en aanbrengen alsmede deur 48 op de voorwand met opstapje 52 en deur
49; daarna deur 48 en deur 49 met koof 50 op achterwand; als scharnieren worden stukjes F409 gebruikt. Samenstellen, schilderen en op het schip
aanbrengen: Ruimopbouw 54-22-F892/L, trapafgang voordek 61-62-63, daklicht voordek 64-65-F317, daklicht stuurdek 41-42-F67, kisten stuurdek
46-20, monsterkist 55-56-20, schoor- steen 44-45-F892/J (op maat maken!)-F491-F893, nagelbanken 60 aan de binnenkant van het potdeksel
ter hoogte van de voormast en 77 (deze worden later aan de voorstagen, 20mm boven het potdeksel, bevestigd), de drie winches op het voordek,
hondeslee 59-22-F71, anker op voordek 892/H/1 (kleur 47), platform 70 aan de stuurboordzijde van het voordek. Schroef F45 aanbrengen m.b.v
een stukje F663. Roer 26 schilderen en bevestigen m.b.v. F892/N, F230 en F663. Schoorstenen F892/J op stuurdek en op voordek op maat maken,
schilderen en aanbrengen.
REDDINGSBOTEN, ANKERS, DAVITS ETC.
Reddingsboten binnen wit, buiten lichtblauw, banken roodbruin schilderen en m.b.v. nrs. 47 op het brugdek monteren. Davits, laadkranen tegen de
voorkant van de opbouw, ankerkraan op voordek en ontluchter op het achterdek maken van messingdraad F409. De ankers worden zwart geschilderd
en in de kluisgaten F67 gemonteerd. Lichtbakken F891/B in vorm buigen, schilderen en met lichten F100 aanbrengen. De rest van het beslag zoals
de reling, vaten, reddingsboeien, bolders, verhaalklampen, ladders enz. schilderen en aanbrengen. Masten, tuigage etc.:Voorste mast nr. 85 en boom
nr. 83 volgens tekening op blz.18 samenstellen met alle blokken en accessories. De mast met mastvoet 70 op het dek aanbrengen en m.b.v. voor- en
zijstagen vastzetten; zie blz. 19 en hoofdtekening. Achterste mast nr. 84 en boom nr. 83 volgens tekening op blz. 20 samenstellen met alle blokken en
accessories. De mast met mastvoet 71 op het dek aanbrengen en m.b.v. zijstagen vastzetten; zie blz. 20 en hoofdtekening. Masten worden gebeitst, de
bomen krijgen kleur nr. 63 en het kraaienest wordt wit. Tegen de voor-en achterstagen komen stukjes strip nr. 37 als laddertreden. Nagelbanken nr. 77
nu tegen de zijstagen van de voormast aanbrengen. De standaard voor het schip maken van steunen nr. 80 en 2 lengtes rondhout nr. 81 als verbinding.
De standaard wordt gebeitst.
6