BRANDSTOFFILTER
WAARSCHUWING:
zaag nooit zonder brandstoffilter. Vervang
het brandstoffilter na elke 20 uur gebruik.
Maak de brandstoftank geheel leeg voordat u
het filter vervangt.
1. Verwijder de dop van de brandstoftank.
2. Buig een eind zachte draad met een haak
aan het eind.
3. Reik in de brandstoftank en haak de
brandstofleiding vast. Trek de brandsto-
fleiding voorzichtig naar de opening tot u
hem met uw vingers kunt pakken.
NB: Trek de slang niet helemaal uit de tank.
4. Licht het filter (A) uit de tank (afb. 16).
5. Trek het filter los met een draaibeweging. Werp
het filter weg.
6. Installeer een nieuw filter. Steek een einde van
de filter in de tankopening. Controleer of het
filter op de bodem van de tank rust. Gebruik
eventueel een lange schroevendraaier om het
filter te plaatsen.
7. Vul de tank met een vers brandstof/
oliemengsel. Zie de sectie BRANDSTOF EN
SMEREN. Plaats de dop op de tank.
Afb. 16
VONKENVANGERSCHERM
NB:
Een
verstopt
vonkenvangerscherm
vermindert de prestaties van de motor aanzienlijk.
1. Verwijder de 2 bouten (A) en trek de
demper eruit. (Afb. 17A)
2. Verwijder de 2 schroeven die het lid
vasthouden (C). (afb.17B)
3. Verwijder het gebruikte scherm van de
vonkenvanger (D) en vervang het door
een nieuw.
4. Monteer de componenten van de demper
terug en installeer de demper aan de
cilinder. Stevig vastzetten.
C
B
A
B
B
Afb. 17A
BOUGIE
NB: Voor efficiënte werking van de zaagmotor,
moet de bougie schoon worden gehouden en
goed van gaten is voorzien.
1. Druk de schakelaar STOP in.
2. verwijder de knop (A) die het lid van de
luchtfilter op zijn plaats houdt en verwijder
het bovenlid (B) door de borgschroeven
van het lid los te maken. Het lid wordt
afgetild. (afb. 18A)
3. Verwijder de draadconnector (C) van de
bougie (D) door het gelijktijdig te trekken
en te draaien (Afb. 18B).
4. Verwijder
bougiepijpsleutel.
Gebruik de
GEREEDSCHAP GEBRUIKEN.
5. Controleer de elektrodenopeningen met
de gleufmaat en stel, indien nodig, de
gaten in op 0,635 mm.
6. Installeer een nieuwe bougie.
NB:
bougieweerstand worden gebruikt.
NB: dit vonkontstekingssysteem voldoet aan
alle reguleringen voor storing veroorzakende
apparatuur.
CARBURATEUR INSTELLEN
De carburateur is op de fabriek ingesteld op
maximale prestaties. Als een nadere afste-
lling nodig is, breng het apparaat dan naar de
dichtstbijzijnde gekwalificeerde monteur.
EEN KETTINGZAAG OPSLAAN
A
WAARSCHUWING:
kettingzaag nooit langer dan 30 dagen op
zonder de volgende procedures uit te voeren.
Een kettingzaag langer dan 30 dagen
opbergen
aanwijzingen niet worden gevolgd, verdampt
de brandstof die in de carburateur is
achtergebleven waardoor een rubberachtig
residu
moeilijkheden bij het gebruik en leiden tot
kostbare reparaties.
1. Verwijder de tankdop langzaam om
eventuele druk in de tank vrij te maken.
Tap de brandstoftank zorgvuldig af.
2. Start de motor en laat deze draaien tot de
eenheid
carburateur te verwijderen.
3. Laat de motor afkoelen (ongeveer 5
minuten).
4. Gebruik een bougiesleutel om de bougie te
D
verwijderen.
5. Giet een theelepel schone tweetaktolie in
de verbrandingskamer. Trek langzaam
een paar maal aan het starterkoord om de
interne onderdelen te bedekken. Vervang
de bougie. (Afb. 19)
Afb. 17B
NB: Sla de eenheid op een droge plaats op
en
ontbrandingsbronnen
gasgeiser, gasdroger enz.
-- 93 --
de
bougie
GEEN
Voor
het
vervangen
C
B
A
Afb. 18A
Afb. 18B
vereist
onderhoud.
achterblijft.
Dit
kan
stopt
om
brandstof
uit
de
buurt
van
zoals
Afb. 19
met
een
ANDER
moet
een
D
Berg
een
Als
de
leiden
tot
uit
de
mogelijke
een
oven,