zijn dat de opname wordt onder- of overbelicht. Wij adviseren u om
de condities te wijzigen voordat u weer begint met fotograferen.
BELICHTINGSCOMPENSATIE
Het is mogelijk om uitsluitend de
lichthoeveelheid
van
de
compenseren zonder de helderheid
van de achtergrond aan te tasten.
Daarbij kunnen de [TTL], [TTL-BL], [GN-M]
en [WL
] flits modi worden gebruikt.
TTL
U kunt de compensatie hoeveelheid via
het Modus detail gebied instellen.
(Deze kan in stappen van 1/3 stops
worden gewijzigd tot ±3 stops.)
De belichtingscompensatie is ook in de camera body aanwezig.
Zodra de belichtingscompensatie in zowel de camera body als de
flitser wordt gebruikt, dan zal de opname worden gecompenseerd
door de som van beide waarden.
HANDMATIGE FLITSINSTELLING
U kunt naar eigen voorkeur de flitsintensiteit instellen.
1. Zet de Flitser in de [MANUAL] modus.
2. U kunt de flitsintensiteit instellen in
het detail gebied van het menu. Het
beschikbare bereik is 1/128 tot 1/1, in
stappen van 1/3 EV stops.
3. Controleer de status van de flitser in
het OK lampje en begin met fotograferen.
In het afstandsdeel van het status display wordt na berekening het
afstandsbereik voor een correcte belichting getoond. Wordt bij
flits
te
(
WL
)
TTL
MODE
dezelfde flitssterkte de ISO-instelling of de diafragmawaarde
veranderd, dan moet voor een correcte flitsbelichting de afstand tot
het onderwerp worden aangepast.
Een correcte belichting bij handmatig flitsen kan met de volgende
formule worden berekend: Richtgetal(GN): Opnameafstand(m)=
Diafragmawaarde(F). Het richtgetal (GN) ziet u in Tabel 1 aan het
eind van deze handleiding.
HANDMATIGE INSTELLING MET AFSTAND VOORKEUZE.
Bij de handmatige flits opnamen wordt de hoeveelheid licht automatisch
aangepast op de geselecteerde afstand.
1. Zet de Flitser in de [GN-M] modus.
2. In het Mode detail gebied dient u de
afstand tot het onderwerp in te stellen.
(Indien het de gewenste afstand niet
binnen de instelbare range valt, dan
dient u de diafragma-, ISO-waarde, etc. te wijzigen.)
3. Controleer de status van de flitser in het OK lampje en begin met
fotograferen.
MEERVOUDIG FLITSEN
Hieronder wordt verstaan het tonen van opeenvolgende bewegings-
momenten van een onderwerp in één beeld. Dit wordt mogelijk doordat
continu flitspulsen worden afgevuurd terwijl de sluiter open staat.
Zet de camera op de M belichtingsmodus.
1. Zet de flitsmodus op [MULTI].
2. Voer op het status display het gewenste
aantal flitsen in (bijv. x5) en de flitsinterval
in Hertz (bijv. 10Hz, voor het pulseren
van flitslicht met 10 keer per seconde).
115