Airfusion Atlanta Installation Instructions
Plaats de ventilatoreenheid op de montagebeugel. Zorg ervoor dat de gleuf (A) van de ophangkogel op de
pen (B) van de montagebeugel (C) is geplaatst om te voorkomen dat de ventilator tijdens het gebruik
tegendraait. (Afb. 6)
ELEKTRISCH BEDRADINGSSCHEMA VAN DE VENTILATOR
WAARSCHUWING: VOOR UW VEILIGHEID MOETEN ALLE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN WORDEN
UITGEVOERD DOOR EEN ERKEND ELEKTRICIEN.
OPMERKING: IN DE VASTE BEDRADING MOET EEN EXTRA MEERPOLIGE SCHEIDINGSSCHAKELAAR
WORDEN OPGENOMEN.
OPMERKING: ALS ER TWEE OF MEER GELIJKSTROOM-PLAFONDVENTILATORS OP ÉÉN LOCATIE
ZIJN
GEÏ NSTALLEERD,
PLAFONDVENTILATOR. DIT IS NODIG BIJ HET PROGRAMMEREN VAN DE AFSTANDSBEDIENING EN
DE ONTVANGER.
Opmerkingen: Als een onderstangverlengstuk wordt gebruikt, is de verlengkabel voor lichtmodule
(item 9 van Afb.1) vereist.
Zie Afb. 8 hoe de bedrading op de ventilator aan te sluiten.
•
Sluit de „LIVE" draad aan op de "L"-klem van het klemmenblok op de montagebeugel.
•
Sluit de „NEUTRAL" draad aan op de "N"-klem van het klemmenblok op de montagebeugel.
•
Sluit de „EARTH" draad aan op de "
•
Hang de ventilator op (Zie „De ventilator ophangen" Afb. 6, pagina 6).
•
Sluit de voedingsconnector van de montagebeugel aan op de ingang van de DC-
motordriver/ontvanger.
•
Sluit de lichtconnector en de ventilatorconnector van de DC-motordriver/ontvanger aan op de
ingangsdraden van de ventilatormotor en de lichtmodule.
•
Breng de afstandsbedieningsontvanger voorzichtig boven de ophangkogel in de daarvoor voorziene
ruimte in de montagebeugel aan. Zorg dat de bedrading niet wordt beschadigd of los komt. (Afb. 8).
77 | P a g e
DE VENTILATOR OPHANGEN
Afb. 6
IS
EEN
SCHEIDINGSSCHAKELAAR
"-klem van het klemmenblok op de montagebeugel.
VEREIST
VOOR
V1.0-EU (10/2020)
ELKE