NB: Als stabiliteitsveranderingen gewenst zijn na beoordeling van de patiënt; de referentielijn kan tot 5 mm voor of
5 mm achter het midden van de knie worden opgeschoven.
OPGELET: Omdat de uitlijningsreferentielijn meer achter het midden van de knie zit, ervaart de gebruiker meer
kniebuiging tijdens het belasten. Aanvullende spiercontrole is vereist om de kniestabiliteit te handhaven wanneer het
apparaat UIT staat.
VOORZICHTIG: Bij maximale buiging moet een minimumafstand worden gehandhaafd van 3 mm (1⁄8") tussen het
apparaat en de koker. Bij maximale buiging waarbij contact niet kan worden vermeden als gevolg van de grootte van
de koker moet u zorgen dat het contact op het frame zit, direct onder het gebruikersinterfacepaneel. Zorg voor een
vlak en gepolsterd oppervlak voor maximale drukverdeling (Af beelding 2).
STATISCHE UITLIJNING
1. Vraag de gebruiker om te gaan staan met gelijke gewichtsverdeling over beide voeten en zorg dat het bekken
recht is (Af beelding 5).
2. Beoordeel de sagittale en de coronale uitlijning om de juiste positie van de uitlijningsreferentielijn te verkrijgen.
3. De uitlijningslijn moet door de sagittale middellijn van de koker, het midden van de knie en het achterste 1/3
van de voet lopen.
NB: Als stabiliteitswijzigingen gewenst zijn na de beoordeling van de patiënt; de referentielijn kan tot 5 mm voor of
5 mm achter het midden van de knie worden opgeschoven.
DYNAMISCHE UITLIJNING
De beste manier om een dynamische uitlijning te verkrijgen is via een symmetrisch looppatroon.
De eerste dynamische beoordeling is belangrijk om de gebruiker te laten wennen aan het vertrouwen op de
prothese. Össur adviseert om deze beoordeling te verrichten in de loopbrug. Voer tegelijkertijd algemene
dynamische uitlijning uit.
1. Beoordeel het niveau van willekeurige controle van de gebruiker door de gebruiker te laten lopen terwijl het
apparaat is uitgeschakeld. De gebruiker moet in staat zijn de knie stabiel te houden als de stroom is
uitgeschakeld.
2. Gebruik de heupextensie om een stabiele stand te verkrijgen.
3. Laat de gebruiker de reactie en het afrollen van de voet ervaren.
4. Belast de hiel en laat de knie buigen, zodat de weerstand van de knie wordt ervaren.
c. Controleer de snelheid van de kniebuiging met de heupextensie.
d. Voer een snelle belasting van de prothese uit in de loopbrug.
5. Train de gebruiker in het handhaven van een normale staplengte aan de gezonde kant.
6. Vraag de gebruiker om te gaan zitten met gebruikmaking van de buigweerstand van het apparaat.
VOORZICHTIG: Fouten die optreden tijdens het instellen en afstellen van het apparaat kunnen leiden tot storing
van het apparaat. Hierdoor kan de gebruiker ten val komen.
VOLTOOIEN VAN DE INSTALLATIE
CONTACTPUNTEN KOKER/FRAME
Het configureren van koker/frame en adapters moet voorzichtig gebeuren, zodat er alleen contact optreedt bij de
achterste apex van het apparaat.
De beschermkappen van het apparaat mogen NIET worden verwijderd. Daardoor wordt de garantie onmiddellijk
ongeldig.
BEGELEIDENDE SOFTWARE
Prothese-praktijken kunnen RHEOLOGIC Workbench voor Windows PC en Össur Logic in expertmodus voor Apple
iOS-apparaten gebruiken om de parameters van de knie in te stellen en aan te passen. De eindgebruiker kan Össur
Logic in de standaard-gebruikersmodus gebruiken om standaardparamaters van de knie te monitoren zoals de
status van de accu en het aantal genomen stappen.
130