◆ De methode om een opname met flits te maken is verschillend voor elke combinatie van camera,
lens en ingestelde belichtingsmethode. Raadpleeg tabel A en stel het F-waarde in met behulp van
de gebruiksaanwijzing.
6. Als de indicator aangeeft dat de flitser klaar is, kunt u de ontspanknop indrukken.
◆ Als de camera niet de juiste belichting ontvangt die nodig is voor de opname, dan knippert het
TTL/BL- of TTL-teken gedurende 5 seconden na de opname in het LCD display. Dit geeft aan dat de
flitskracht ontoereikend is geweest voor de situatie. Neemt u dan de foto opnieuw van minder grote
afstand of gebruik een grotere diafragma opening. In het geval van de F5, F100, F90X/F90/F80
(N90S/N90/N80) serie en F70D/N70 camera's, knippert de onderbelichtingsindicator gedurende vijf
seconden. Als u de display van de onderbelichting nogmaals wilt zien, druk dan op de LIGHT toets.
Als de flitser geheel opgeladen is, verschijnt het flitsklaarlampje in de zoeker. Als deze niet
◆
verschijnt staat de camera wellicht op een zeer lange sluitertijd zonder flitssynchronisatie.
Als u de AF camera met een AF objectief gebruikt, zal het AF hulplicht automatisch gaan branden
◆
wanneer u scherpstelt op een object in een donkere omgeving. Dit hulplicht licht echter niet op als
de camera niet op centrale scherpstelling staat ingesteld.
tabel A
Camera
Type Objectief Belichtingsregeling
D, G type
F5, F100
F90X/N90serie
AF objectief of
F80/N80serie
ander dan D,G
F70D/N70
F75/N75
Zonder CPU
Met
ingebouwde
CPU
F4 serie
F801S/N8008S
F801/N8008
Zonder
F65/N65
ingebouwde
Pronea 600i
CPU
Met
ingebouwde
F601/N6006
CPU
F601M
Zonder
ingebouwde CPU
Met
ingebouwde
F60D/N60
CPU
F50D/N50
F401X/4004S
Zonder
ingebouwde CPU
Met ingebouwde
CPU, Ai-S, E
serie, Af F3
F501/N2020
objectieven
F301/N2000
Andere dan
bovengenoemde
objectieven
Met ingebouwde
CPU
F401S/N4004S
F401/N4004
Zonder
ingebouwde CPU
FA, FE2, FM3
Met en zonder
FG, F3
ingebouwde CPU
Afstandcontrole: 1: Op de LCD display van de flitser is het ingesteld F-getal en de werkafstand zichtbaar.
2:Zet het F-getal van de flitser gelijk aan het F-getal wat op de camera is ingesteld en controleer de
werkafstand op de LCD display van de flitser. Om het F-getal van de flitser te wijzigen drukt u op de SEL
toets zodat het F-getal gaat knipperen. Gebruik de + en – toetsen om het gewenste F-getal in te
stellen. Druk dan nogmaals op de SEL toets en het ingestelde F-getal stopt met knipperen.
Lichtmeting
Alle
Alle
instellingen
instellingen
Alle
Alle
instellingen
instellingen
Nadruk midden /
A/M instelling
Spotmeting
Matrix
Alle
Nadruk midden /
instellingen
spotmeting
Nadruk
A/M instelling
midden /
spotmeting
Matrix
Alle
Nadruk midden /
instellingen
spotmeting
A/M instelling Nadruk midden /
spotmeting
P/S
A/M
M
P
A/M
A/M
P/S
A/M
M
A/M
DDL Systeem
3-D Multi-Sensor BL Kan omschakelen naar
DDL instelling. Bij de
Multi-Sensor BL
F5, F100, F80 serie is
de
Nadruk midden /
DDL
Spotmeting/Invulflits
DDL - BL
Kan omschakelen naar
DDL instelling. DDL BL
Nadruk midden /
werkt alleen bij de F4
Spotmeting / Invulflits
serie, AF F3, Ai-S, Ai, E
objectief serie. Spotmeting
bij de F4 is altijd DDL.
Nadruk midden /
Pronea 600i is DDL als
Spotmeting / Invulflits
de "M" mode is ingesteld.
Nadruk
functioneerd niet
DDL - BL
Nadruk midden /
Spotmeting
Spotmeting / Invulflits
worden gebruikt met de
F601M
Nadruk midden /
Spotmeting / Invulflits
Als de "M" mode is
ingesteld zal de nadruk
DDL - BL
midden / spotmeting /
invulflits worden gebruikt
Nadruk midden /
Spotmeting / Invulflits
DDL program
DDL
DDL
DDL program
DDL
DDL
DDL
Afstands
N.B.
controle
1
spotmeting
altijd
2
1
2
midden
BL
kan
niet
2
2
2
2
2
42