3.1 Bronnen van gevaar bij
E-modellen
Elektrische spanning/stroom – Atten-
tie: levensgevaar
– De machine mag niet gebruikt worden als
de toestand van de elektriciteitskabel niet
optimaal is.
– Bij de E-modellen moet de machine voor
elke werkzaamheid aan de elektrische in-
stallatie van het net gescheiden worden en
moet de batterijlaadstekker (D1) uitgetrok-
ken worden.
– De elektriciteitskabel (snoer) mag niet inge-
klemd of beschadigd worden.
– Er bestaat het gevaar dat de elektriciteitska-
bel in de knoop/beschadigd raakt wanneer
de borstels draaien.
– De machine mag alleen in werking gezet
worden als de op het typeplaatje vermelde
spanning (+/- 5%) overeenkomt met die in
het gebouw.
Bij contact met stroom of spanning bestaat
het gevaar van een elektrische schok, die tot
ernstig letsel of zelfs tot de dood kan leiden.
Beschadigde elektriciteitskabels mogen nooit
aangeraakt worden en moeten onmiddellijk
vervangen worden.
– Defecte elektriciteitskabels mogen alleen
door een elektriciteitskabel met een doors-
nee van 3x1,5 mm2 conform DIN
58281/VDE 0281 vervangen worden.
– Koppelingen van elektriciteitskabels moeten
minstens spatwaterbestendig IP54 zijn.
– De machine moet worden gezekerd met
een vermogensschakelaar van type H met
minstens een nominale stroom van 10A of
een smeltzekering van 10A.
3.2 Veiligheidsvoorschriften en waar-
schuwingen voor gevaren
De machine mag wegens de hieraan verbon-
den gevaren niet voor de volgende doelein-
den gebruikt worden:
– als trekvoertuig, transportmiddel of speelgoed;
– voor het verwijderen van voor de gezond-
heid gevaarlijke stoffen;
– voor het verwijderen van brandend materiaal;
– voor het opzuigen van snel ontvlambare,
giftige, bijtende, irriterende of voor de ge-
zondheid schadelijke middelen;
– voor het reinigen van vloeroppervlakken in
de buurt van snel ontvlambare of explosie-
ve stoffen;
– voor het reinigen van tapijtvloeren.
Verder gelden de volgende punten:
– Er moet bij het werken gelet worden op an-
dere personen, met name op kinderen.
– Om letsel te voorkomen moet er stevig
schoeisel gedragen worden.
– Voor reiniging en onderhoud van de machi-
ne, bij het vervangen of demonteren van
toebehoren of machineonderdelen altijd de
sleutelhoofdschakelaar of de elektriciteits-
stekker uittrekken.
– Er mogen alleen originele Wetrok onderde-
len gebruikt worden.
– De machine mag alleen op hellingen van
max. 2 % gebruikt worden.
– Wanneer de machine onbeheerd wordt
achtergelaten, moet ervoor worden ge-
zorgd dat hij niet in beweging kan komen.
Daarbij moet de sleutelhoofdschakelaar uit-
getrokken worden.
De rijhendels op het bedieningspaneel mogen
in geen geval geblokkeerd worden.
Machine en bewegende onderdelen
– Door de rijbeweging en bij de draaiende
borstels bestaat gevaar voor lichamelijk let-
sel.
– Niet met uw handen aan de borstels of wie-
len komen of uw voeten eronder houden.
– Niet met kledingsstukken of haar in contact
brengen.
Batterij
– De batterij-polen mogen nooit met de hand
of door geleidende voorwerpen kort-
gesloten worden, aangezien dan gevaar
van letsel of brandwonden bestaat.
3.3 Noodsituaties:
– Onmiddellijk Eerste Hulp maatregelen tref-
fen of hulp halen.
– Elektriciteitsstekker uittrekken (E-versie) of de
sleutelhoofdschakelaar (B-versie) uittrekken.
– Na problemen de machine pas in gebruik
nemen nadat deze door de Wetrok service-
afdeling of door bevoegd is gecontroleerd.
4. Gebruik, in bedrijf nemen en
werkmethode
4.1 Voor het in bedrijf nemen/eerste
gebruik
– De aflevering, de instructie over veiligheids-
voorschriften, gebruik en onderhoud, en de
eerste inbedrijfname worden normaal door
de Wetrok serviceafdeling of door bevoegd
uitgevoerd.
– Is dit niet het geval, dan is de exploitant ver-
antwoordelijk voor de instructie aan het be-
dieningspersoneel.
– Bij de E-modellen moeten voor elk gebruik
van de machine snoer, stekker en stopcon-
tact visueel gecontroleerd worden. Laat
schade altijd door een vakman verhelpen.
4.2 Grenswaarden
Temperaturen:
– Toepassingsbereik van de machine:
5°C tot 50°C
– Schoon water: max. 50°C
– niet gevuld: 1°C – 50°C
Max. stijging/daling:
– Bij transport en een volle tankvulling: max. 7%
Attentie:
Ter bescherming van de rij-elektronica is er
een temperatuurbewaking ingebouwd. Als de
grenswaarde overschreden wordt, wordt het
rijden ca. 3 min. buiten werking gezet. De LED
gaat daarbij niet branden.
Gebruiksduur van de BMA bij ca.
20°C:
– Onderhoudsvrije batterij 100 Ah:
ca. 2,4 uur
Gebruiksduur van de B- en BM-versie
bij ca. 20°C:
– Onderhoudsvrije batterij 100 Ah:
ca. 3 uur
4.3 Doseren, voorbereiden en instellen
De keuze van de reinigingsmiddelen en toe-
behoren is afhankelijk van het vloertype en de
mate van vervuiling.
Onderhoudsreiniging:
Wetrok Exal-S of Resal. Dosering 1:100.
Meeneemschijf en groene of rode Poly-pad,
evt. schrobborstel.
Alleen water en reinigingsmiddelen geschikt
voor schrob-/zuigmachines gebruiken.
Basisreiniging of sterke vervuiling
Wetrok Rewit of Indunet. Dosering 1:20.
Vlakke vloeren: meeneemschijf met Poly-pad
(zwart of groen).
Ruwe vloeren (b.v. natuursteen): schrobborstel.
Er mogen geen schuimende of bijtende reini-
gingsmiddelen of brandbare oplosmiddelen
gebruikt worden.
Schoon water, eerste tankvulling (alle
modellen):
– De waterdosering (B2, D3, H4) moet op de
maximale opening worden gedraaid.
– Tankdeksel (A1) omhoog klappen.
– Geen water over de aanzuigbuis morsen
(E7, F8).
– Tank met vaste wand of membraantank: bij
het vullen van de tank het waterslangmond-
stuk direct voor het filter houden. Daardoor
ontsnapt de lucht gewoonlijk uit het
schoonwater-systeem
– Gewenst reinigingsmiddel in de voorge-
schreven dosering toevoegen.
– Tankdeksel sluiten.
Als er na het omlaag brengen van het borstel-
huis (C7) geen schoon water naar buiten
komt, moet het gemonteerde tankfilter (E3,
F4) iets losgedraaid, maar niet eraf ge-
schroefd worden. Daardoor ontsnapt de lucht
uit het schoonwater-systeem. Daarna het filter
weer vastschroeven.
Toebehoren (meeneemschijf en bor-
stels) monteren/demonteren:
– Er mogen alleen originele Wetrok toebeho-
ren gebruikt worden.
– Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld
en beveiligd is.
– Borstelhuis omhoog brengen met pedaal (C7).
– Toebehoren verwijderen door ze in de dra-
airichting van de borstels te draaien (zie
aanwijzingen van de pictogrammen).
– Toebehoren met de hand monteren en te-
gen de draairichting van de borstels tot de
aanslag vastzetten (zie aanwijzingen van de
pictogrammen)
NL
39