Installatie en aansluiting
Verdeelkast voorbereiden
DE
Als voor de installatie een overspanningscategorie II
EN
(OVCIII) nodig is, moet de ingangszijde van de
externe spanningsvoorziening worden afgezekerd
FR
met een beveiligingsschakeling (bijv. met Varistor)
IT
die aan de plaatselijk geldende voorschriften voldoet.
Voor informatie over de benodigde ruimte voor de
ES
energiemanager:
f Zie het hoofdstuk "Technische gegevens" op
PT
pagina 104.
NL
e Voor de installatie van de energiemanager in de
verdeelkast zijn 11,5 eenheden op een DIN-rail
SV
nodig.
e Bouw de adapter van de energiemanager op een
FI
afstand van ten minste 0,5 eenheden tot aan het
DA
huis hiervan in.
e Voorkom bij alle elektrische interfaces dat ze
NO
direct/indirect kunnen worden aangeraakt.
EL
CZ
HU
PL
HR
SR
SK
SL
ET
Afb. 7: Verdeelkast voorbereiden
LT
A
11,5 eenheden
LV
B
9 eenheden
RO
C
0,5 eenheden
D
2 eenheden
BG
MK
98
Montage in verdeelkast
b Alle kabelverbindingen zijn op de energiemanager
aangesloten.
b De steun voor de DIN-rail aan het huis van de
energiemanager is ontgrendeld.
1. Leg de steun schuin over de DIN-rail in de
verdeelkast.
2. Kiep de behuizing van de energiemanager en leg
hem over de DIN-rail.
3. Vergrendel de steun voor de DIN-rail aan het huis
van de energiemanager.
Afb. 8: Montage in verdeelkast
4. Controleer of de energiemanager goed op de
DIN-rail vast zit.
Stroomsensoren installeren
De stroomsensors voor het meten van de totale
stroom in de werkplaats/van het huishouden moeten
na de hoofdzekering aan de betreffende hoofdfasen
worden geïnstalleerd. De energiestromen mogen nog
niet in subcircuits zijn onderverdeeld.
f Zie het hoofdstuk "Overzicht" op pagina 94.
e Houd de maximaal toegestane kabellengte van
3,0 per stroomsensor in acht.
e Let erop dat bij de montageplaats de kabels recht
kunnen liggen en let op de meetrichting
(pijlrichting naar verbruiker).
e Leg de installatiekabel in de stroomsensor en sluit
het deksel van de stroomsensor.
Als meetkabels moeten worden verlengd, gebruik
dan zoveel mogelijk hetzelfde kabeltype.
Als in de installatie-omgeving de optionele wandver-
deler moet worden gebruikt, moeten de kabels door
geschikte kabeldoorvoersystemen (lege buizen,
kabelgoten, etc.) naar de verdeler worden geleid.
Afb. 9: Montagevoorbeeld stroomsensor
Aansluitkabels leggen
De aansluitkabels moeten bij alle apparaten volgens
de plaatselijk geldende voorschriften in de
verdeelkast worden gelegd en alle elektrische
interfaces moeten tegen aanraking worden beveiligd.