NEDERLANDS
8
Noodbediening van het dakvenster:
STOP-knop
A
Door op de stopknop op de infrarood-ontvanger te drukken,
stopt de dakvensteropener direct.
Sluitfunctie
B
Indien de afstandsbediening niet voorhanden is, dan kan het
dakvenster gesloten worden door met een puntig voorwerp in
het gat naast de stopknop te drukken.
Opmerking: Nadat de sluitfunctie is geactiveerd, duurt het
ongeveer 30 seconden voordat het dakvenster begint te slui-
ten.
Handmatige bediening van het dakvenster:
9
Het dakvenster kan ook handmatig bediend worden. De
dakvensteropener wordt automatisch in- en uitgeschakeld.
Schoonmaken van het glas
A
Open het dakvenster in GEEN geval met behulp van de
dakvensteropener!
De stroom moet uitgezet zijn en het dakvenster in eerste
instantie gesloten.
Trek aan de bedieningsgreep/ventilatieklep om het
dakvenster te openen. Het venster 180° draaien en het aan
de onderzijde vastzetten door de vergrendelingsschuif in het
busje, dat aan de onderzijde zit, te schuiven zodat u beide
handen vrij heeft om het glas schoon te maken. Sluit het
dakvenster.
Losmaken van de ketting
B
Wanneer het dakvenster open is en de ketting aangehaakt,
dan kan deze ontgrendeld worden. Druk op de knop op de
kettingklem om de ketting te ontgrendelen. De ketting kan
opnieuw vastgemaakt worden, door of de dakvensteropener
een sluitcommando te geven en vervolgens het dakvenster
handmatig te sluiten of de ketting in de kettingklem aan te
brengen en vervolgens het dakvenster handmatig te sluiten.
Indien de ketting niet terugloopt als gevolg van een stroom-
storing, rol de ketting zoals afgebeeld en sluit het dakvenster.
Onderhoud van het dakvenster:
10
Voor uitvoering van stap B, E en F, zet de stroom uit!
Beperken van condensvorming
A
Met name in ruimtes met een hoge luchtvochtigheid kan con-
dens ontstaan aan de interieurzijde van het glaselement. Dit
kan beperkt worden door een radiator onder het dakvenster
te plaatsen en door de ruimte goed en regelmatig te ventile-
ren.
Schoonmaken van het luchtfilter
B
Het luchtfilter kan verwijderd worden en met gewone schoon-
maakmiddelen gereinigd worden.
28
Draai en vergrendel het draaiend gedeelte in de schoonma-
akstand en verwijder het filter uit de filterrail. (Nieuwe filters
zijn bij de VELUX handelaren te bestellen).
Onderhoud van het hout (GGL)
C
Blank afgelakte (TOPfinish) of geschilderde dakvensters
(PAINTfinish)
Het hout is in de fabriek kleurloos geïmpregneerd en is
afgewerkt met een beschermende laklaag of verflaag. Het
hout kan worden schoongemaakt met een gewoon schoon-
maakmiddel. Het hout dient minimaal om de 3 jaar opnieuw
te worden behandeld. Dakvensters blootgesteld aan hoge
temperaturen, sterk zonlicht en/of in ruimten met een hoge
luchtvochtigheidsgraad (b.v. keukens en badkamers) dienen
minimaal elke 2 jaar te worden behandeld. Wanneer nodig
dient u dit natuurlijk vaker te herhalen.
Oppervlakte-onderhoud: Schuur de bovenste laag goed op
(lak of verf). Zorg ervoor dat de oppervlakte schoon en
droog is. Breng een laag primer aan op het hout. Wanneer
de primer droog is, brengt u vervolgens een beschermlaag
aan van acryllak/acrylverf (op waterbasis). Volg altijd de
aanwijzingen van de fabrikant. Volg dezelfde methode als er
beschadigingen aan de laklaag of verflaag van het
dakvenster hersteld moeten worden.
Schoonmaken van het dakvenster (GGU)
D
Het witte polyurethaan oppervlak kan worden schoonge-
maakt met normale huishoudelijke schoonmaakmiddelen.
Schoonmaken van de gootstukken
E
Bladeren en ander vuil moeten minstens één keer per jaar uit
het gootstuk rondom het dakvenster verwijderd worden zodat
het regenwater altijd goed afgevoerd kan worden.
Reinigen van de regensensor
F
Vuil op de regensensor kan functioneringsproblemen veroor-
zaken, daarom is het aan te bevelen de sensor één of twee
keer per jaar, of wanneer nodig, met een zachte vochtige
doek af te nemen.
11
Montage van de regensensor:
Monteer de regensensor zoals afgebeeld, indien dit nog niet
gedaan is. Als de regensensor nat wordt, sluit de dakvenster-
opener automatisch het dakvenster.
De stroom moet uitgezet zijn wanneer de regensensor
gemonteerd wordt.
Montage op bovenkap dakvenster (GGL/GGU)
Bevestig regensensor op een droge, schone ondergrond. Leid
A
de kabel zoals afgebeeld door het dakvenster.
NEDERLANDS
29