INLEIDING
SimBaby patiëntsimulator
Voor klinische simulatie
De SimBaby is een patiëntsimulatiesysteem waarmee kan worden
geoefend in het verlenen van basis- en geavanceerde hulp in
levensbedreigende situaties. De instructeur kan zich met behulp van
dit systeem vanuit realistische medische situaties effectief een oordeel
vormen over de persoonlijke vaardigheden van elke student en van
de vaardigheden als team.
Met SimBaby kan het merendeel van de vitale signalen worden
geobserveerd en herkend. Dit wordt bereikt door middel van
rechtstreekse interactie met de patiëntsimulator en de observatie
van de status van de patiëntsimulator zoals deze op de pc
(optioneel) van de patiëntmonitor wordt weergegeven.
Tot de eigenschappen van het
SimBaby-simulatiesysteem behoren:
–
Een geavanceerde configureerbare luchtweg die mogelijk maakt
dat moeilijke vaardigheden met betrekking tot luchtwegbeheer
wordt gesimuleerd.
–
Ogen met verwisselbare pupillen.
–
De instructeur kan zowel de longelasticiteit als de weerstand van
de luchtwegen aanpassen.
–
Een reeks voorgeprogrammeerde stemgeluiden, zoals huilen en
kuchen om het simulatiescenario te ondersteunen.
–
Vasculaire toegangsroutes zijn opgenomen op een IV-arm en op
beide benen. IO-toegang is ook op beide benen beschikbaar.
–
Een uitgebreide reeks spontane ademhalingspatronen omvat
variabele snelheid en diepte en complicaties zoals subcostale
retracties en obstructieve ademhaling.
–
Automatische simulatieregeling gebaseerd op
voorgeprogrammeerde en gevalideerde patiëntscenario's.
De belangrijkste onderdelen van de SimBaby
SimBaby is een 6 maanden oude, levensgrote patiëntsimulator. De
handelingen van de studenten worden in het logboek van de sessie
geregistreerd en voor de erna volgende debriefing gebruikt.
De simulaties worden via de pc van de instructeur aangestuurd. Met
behulp van de headset kan de instructeur een interactief gesprek
tussen patiënt en leerling simuleren.
De software die wordt gebruikt in combinatie met de simulator
omvat LLEAP om scenario's te sturen, SimDesigner om scenario's op
te stellen en bij te werken, de SimView server of SessionViewer voor
debriefing van simulatiesessies met videoregistratie en een toepassing
voor de Patient Monitor.
Meegeleverde onderdelen
De Laerdal SimBaby bevat de volgende hoofdonderdelen:
–
Softwarelicentie voor LLEAP (Laerdal Learning Application:
Laerdal opleidingsapplicatie)
–
SpO
Pulsoximetiesonde
2
–
Set platen voor handmatige defibrillatie
–
Luchtwegglijmiddel
–
Slokdarmfilterassemblage (50)
–
Pneumothoraxset, bestaande uit:
–
Extra pneumothoraxballon
–
Extra pleurahoezen (10)
–
Extra borsthuid
–
IV/IO-set, bestaande uit:
–
Slang, arm
–
Extra armhuid
–
Onderste IV/IO-been, rechts
–
Onderste IV/IO-been, links
–
Gesimuleerd bloedconcentraat
–
Bloedsysteem
–
Talkpoeder
–
Set voor bloeddrukmeting
Extra vereiste gebruiksvoorwerpen:
(configuraties wisselen)
–
Laptop
–
Simulatie patiëntenmonitor
–
Link Box
Verbindingskabels en slangen, bestaande uit:
–
Voeding voor simulatie patiëntenmonitor
–
Wisselstroomsnoer, Link Box
–
Kabel, Link Box naar simulator (15-pins)
–
Kabels, pc naar gesimuleerde patiëntmonitor (signaal en USB)
–
Kabel, Link Box naar pc (9-pins)
–
Audiokabel, pc naar Link Box en patiëntmonitor
–
Slang, simulatorlucht en CO
-toevoer
2
Perslucht en CO
-bron (die apart aangeschaft moeten
2
worden indien ze niet zijn inbegrepen):
–
Compressor (inbegrepen in sommige configuraties) of regulator.
Link Box
SimBaby werkt met Link Box (SimMan-versie). Link Box sluit de
simulator aan op de computer. Zie het hoofdstuk Instelling voor
meer informatie.
100
OPMERKINGEN EN WAARSCHUWINGEN
Disclaimer
Het gebruik van het patiëntsimulatorsysteem om personeel op
te leiden, moet geschieden onder toezicht van correct opgeleid
technisch of medisch personeel dat op de hoogte is van de
educatieve principes en erkende medische protocollen.
Net als bij alle patiëntsimulatoren of andere dergelijke
trainingshulpmiddelen kunnen er benaderingen, variaties en
onnauwkeurigheden bestaan in de anatomische functies en de
fysiologische modellering. Daarom biedt Laerdal Medical geen
garantie dat alle functies volledig nauwkeurig zijn.
Opmerkingen en waarschuwingen
Een Opmerking wordt in verband gebracht met omstandigheden, risico's
of gevaarlijke praktijken die gering letsel of schade aan de Simulator tot
gevolg kunnen hebben.
Een Waarschuwing wordt in verband gebracht met omstandigheden,
risico's of gevaarlijke praktijken die ernstig letsel of de dood tot gevolg
kunnen hebben.
Algemeen gebruik van de simulator
Waarschuwingen
–
Beadem de patiëntsimulator niet met zuurstofverrijkte lucht of
ontvlambare gassen.
–
Gebruik vloeistoffen uitsluitend zoals is voorgeschreven in
de gebruiksaanwijzing, anders kan schade optreden aan de
patiëntsimulator en zijn onderdelen.
–
Gebruik geen bevochtigde lucht in het systeem tijdens de
beademing.
–
Voer nooit mond-op-mond of mond-op-neus beademing uit op de
patiëntsimulator. De luchtwegen van de patiëntsimulator zijn niet
ontworpen voor reiniging of ontsmetting.
–
Gebruik de patiëntsimulator niet als de interne leidingen of
bekabeling losgekoppeld zijn.
–
Gebruik de patiëntsimulator niet bij temperaturen hoger dan
40 °C, omdat hierdoor oververhitting en uitschakeling kan worden
veroorzaakt.
–
Gebruik de patiëntsimulator nooit in temperaturen lager dan 10 ºC.
–
De patiëntsimulator mag nooit worden bewaard in temperaturen
lager dan -15 °C of hoger dan 50 °C.
–
Het gebruik van een defibrillator bij temperaturen boven 35 °C kan
leiden tot oververhitting en uitschakeling.
–
Voorkom het gevaar van afknellen - Verwijder in geen geval de
beschermende hulzen van de ledematen van de patiëntsimulator,
en gebruik deze niet zonder beschermhuid.
–
Vermijd de scherpe randen van de patiëntsimulator om persoonlijk
letsel te voorkomen.
Transport en opslag
Zorg dat de patiëntsimulator tijdens transport goed is vastgezet om
persoonlijk letsel of schade aan het product te voorkomen.
Gevaren bij defibrillatie
Op SimBaby kan een conventionele defibrillator worden gebruikt.
Tijdens de actieve defibrillatie kunnen de defibrillator en de
patiëntsimulator een gevaar voor een elektrische schok opleveren.
Alle standaard veiligheidsmaatregelen moeten worden genomen
wanneer een defibrillator wordt gebruikt op de patiëntsimulator.
Voor meer informatie kunt u de gebruikershandleiding van uw
defibrillator raadplegen.
Waarschuwingen
–
De ECG-aansluitingen zijn exclusief ontworpen voor ECG-controle
en mogen niet worden gebruikt voor defibrillatie. Defibrillatie op de
ECG-aansluitingen zal de interne elektronica van de patiëntsimulator
beschadigen en kan lichamelijk letsel veroorzaken.
–
De defibrillatie mag uitsluitend op de aansluitingen voor de
defibrillator worden uitgevoerd.
–
De simulator mag tijdens defibrillatie niet in contact komen met
elektrisch geleidende oppervlakken of voorwerpen.
–
U mag de patiëntsimulator niet defibrilleren in een ontvlambare of
met zuurstof verrijkte omgeving.
–
Houd de torso van de patiëntsimulator altijd droog. Laat de
patiëntsimulator acclimatiseren voor u begint te defibrilleren.
Plotselinge temperatuurschommelingen (de patiëntsimulator
verplaatsen van een koude omgeving naar een warme omgeving
en omgekeerd) kunnen resulteren in condensvorming op het
basispaneel en het risico op elektrische schokken.
–
Als defibrillatie wordt uitgevoerd over een of meer van de
ECG-aansluitingen, dan kunnen, tijdens de schok, de andere
aansluitingen onder hoge spanning staan. Defibrillatiepogingen via
de ECG-aansluitingen beschadigen ook de inwendige elektronica,
waardoor deze vervangen moeten worden.
–
Om oververhitting te voorkomen mogen niet meer dan drie (3)
defibrillatorontladingen (max. 360 J) achter elkaar worden toegepast.
Tijdens de trainingssessie mag een gemiddelde van twee (2)
defibrillatorontladingen per minuut niet overschreden worden.
–
De simulator mag tijdens defibrillatie niet in contact zijn
met elektrisch geleidende oppervlakken of voorwerpen. Een
vlamondersteunende atmosfeer, bijvoorbeeld met een hoog
zuurstofgehalte, moet tijdens de defibrillatie vermeden worden.
–
Gebruik geen geleidende gel of geleidende defibrillatie-elektroden
(voor gebruik bij patiënten), om beschadiging aan de huid van de
torso te voorkomen.
–
Gebruik geen kabels of connectoren die zichtbaar beschadigd zijn.
Algemeen gebruik
Opmerkingen
–
Introduceer geen vloeistoffen (behalve kleine hoeveelheden
luchtwegglijmiddel om de luchtweginstrumenten te smeren) in de
slokdarm of de luchtpijp van de simulator.
–
Na elke sessie met het luchtwegglijmiddel moet het slokdarmfilter
vervangen worden. Zie "Onderhoud" voor meer informatie.
–
Als tijdens een oefensessie gebruik wordt gemaakt van vloeistof
en/of medicijnen in de IV-arm en IO/IV-benen, moet deze na de
oefensessie direct worden geleegd.
–
Elektromagnetische straling van andere radiozenders of
andere elektronische apparatuur kan ruis veroorzaken in de
hoofdluidspreker. Haal de simulator weg bij de stralingsbron om deze
ruis weg te nemen of zet het volume van de hoofdluidspreker op nul.
101
101