SMA Solar Technology AG
8
Omvormer weer in bedrijf stellen
1. Vereiste controles voor de correcte heringebruikname na modulevervanging conform alle ter
plekke geldende wetten, normen en richtlijnen uitvoeren. Daarbij voorwaarden voor de
componentvervanging in acht nemen (zie hoofdstuk 2.2 "Belangrijke veiligheidsaanwijzingen",
pagina 148).
2. Verzeker u ervan, dat de aardleiding in de omvormer correct is aangesloten en de aardleiding
correct werkt.
3. Plaats de bovenste behuizingsdeksel op de behuizing en schroef alle schroeven licht aan.
4. De schroeven van de behuizingsdeksel in de
gespecificeerde volgorde aantrekken (SW4, koppel
6 Nm ± 0,3 Nm).
5. Communicatiemodule met de omvormer verbinden.
Daarvoor de bandkabel op de
communicatiemodule steken en vergrendelen.
6. Sluit de DC-connector in de oorspronkelijke positie weer op de omvormer aan.
☑ De DC-connectoren klikken hoorbaar vast.
7. Controleer of alle DC-connectoren goed vastzitten.
8. Sluit alle DC-ingangen die niet worden gebruikt met de DC-connectoren met afdichtpluggen
af.
9. Plaats de bovenkant van de onderste
behuizingsdeksel in de behuizing en klap de deksel
naar beneden. Daarbij moeten de schroeven uit de
onderste behuizingsdeksel steken.
Vervangingshandleiding
8 Omvormer weer in bedrijf stellen
4
5
2
1
6
3
A
B
C
BFS-STPTL10-RM-xx-10
159