A) Voorbereiding:
De randen moeten schoon en ontvet zijn en worden schoongemaakt van alle
verfsporen.
Voor de keuze van de sproeier, het lasmetaal, de spreiding van de stukken en de
na te leven posities voor de lasbrander en de diameters van lasstangijzers ver-
wijzen we naar de tabel "Autogeen lassen" op pagina 124.
Voor alle handelingen moet het uiteinde van de steekvlam op 2 tot 3 mm van de
lasnaad blijven.
B) Puntlassen:
Alvorens een autogene lasnaad te maken moet een puntlassing worden uitge-
voerd om de stukken vast te zetten.
Puntlassen is het aanbrengen van laspunten (op een afstand van 2 tot 3 mm) door
samensmelting van de randen van de stukken met of zonder gebruik van lasmetaal.
De afstand tussen elk puntkoppel is gelijk aan 20 keer de dikte van de te lassen stukken.
Leef de volgende puntlasvolgorde na:
flache Teile
C) Uitvoering van de las:
Na uitvoering van het puntlassen moet een kleine lasnaad worden gemaakt met
een lengte van 5 tot 6 cm (zie afb. 1). Begin deze lasnaad in de volle plaat en ein-
dig deze aan het uiteinde van de montage.
Platte stukken
Afb. 1
Uitvoering:
Rohre
Voortgangsrichting
Begin van de las en stop aan
het uiteinde van de lasnaad
122
OXYPOWER
Afb. 2
®