B
Gebruik
Voorzorgsmaatregelen:
1. Controleer of de gebruikte spanning overeenkomt met die van de koelkast.
2. De koelkast dient aangesloten te worden op een stopcontact waarop enkel de koelkast
aangesloten zal worden om risico op oververhitting te vermijden.
3. Laat kinderen de bedieningsknoppen niet aanraken of niet spelen met het toestel.
4. Hang geen zware voorwerpen aan de deur om te vermijden dat de koelkast zou kantelen.
5. Het is gevaarlijk het toestel te beschadigen of te wijzigen.
6. Plaats geen verzegelde recipiënten of gashoudende dranken in de diepvriezer; hierdoor
zou een druk ontstaan die tot ontploffing zou kunnen leiden en de diepvriezer zou kunnen
beschadigen of personen zou kunnen verwonden.
7. Spat geen water op de koelkast. Hierdoor zouden storingen of elektrische schokken kunnen
ontstaan.
8. Bewaar geen ontvlambare producten zoals alcohol, benzine, gas of lijm in de koelkast.
9. Jsblokjes en ijslolly's mogen niet onmiddellijk nadat ze uit de diepvriezer komen opgegeten
worden. De te lage temperatuur zou de huid kunnen verbranden.
10. Om de lamp te vervangen of wanneer de koelkast gedurende lange tijd niet gebruikt wordt,
haalt u de stekker uit het stopcontact.
11 . Wacht 5 minuten vooraleer uw toestel opnieuw aan te sluiten na een stroomonderbreking.
Werking:
1. Wanneer u het toestel voor de eerste keer gebruikt, zet de thermostaat dan op 3 en laat het
toestel leeg werken. Laat dit 2 of 3 uur werken. U kunt vervolgens de thermostaat instellen
zoals u wenst en de koelkast vullen.
2. De temperatuur in de koelkast kan geregeld worden door aan de knop van de thermostaat
te draaien. De positie 3-4 is doorgaans de meest zuinige. Het vermogen van de koelkast stijgt
wanneer u de thermostaat boven 4 instelt. Op 0 stopt het toestel.
Gebruik van het toestel
23
NL