7. Gebruik het nietapparaat NIET als het niet mogelijk is hemostase visueel aan te tonen na
het vuren.
WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN
1. Een behandeling met radiotherapie voor de operatie kan leiden tot een weefseldikte die
de aangegeven reikwijdte voor de geselecteerde nietgrootte overschrijdt.
Behandeling voor
de operatie bij de patiënt verdient zeer veel aandacht. De nietgrootte moet na zorgvuldig
overwegen worden geselecteerd.
2. Hechtmateriaal aan een purse-string moet minder dan 2,5 mm van de snijrand van het
weefsel worden geplaatst zodat wordt voorkomen dat er teveel weefsel binnen het gesloten
aambeeld en cartridge terechtkomt want dat kan leiden tot misvormde nietjes of lekkage.
3. Bij het doorprikken van het weefsel met de trocar van het instrument, moeten de punt en
de prikplek altijd zichtbaar zijn om onbedoelde schade aan de omliggende structuren te
voorkomen.
4. Het moet worden geverifieerd dat de oranje band helemaal zichtbaar is voordat het
aambeeld aan het instrument wordt bevestigd. Als de oranje band niet zichtbaar is, dan is
een goede assemblage van het instrument en het aambeeld niet mogelijk.
5. Het moet worden geverifieerd dat de ruimte tussen de cartridge en het aambeeld goed
wordt gesloten en dat het weefsel is samengeperst. Er moet een visuele inspectie worden
uitgevoerd om er zeker van te zijn dat de rode lijn zich in het midden van de groene balk in
het indicatorvenster zit voordat het instrument wordt afgevuurd.
6. De rode veiligheid onder de handgreep moet eerst worden ontgrendeld en daarna moet
de handgreep helemaal stevig worden tot de limiet worden ingedrukt om het instrument af
te vuren. Als het instrument wordt afgevuurd, dan moet worden geverifieerd dat er een
gereduceerde druk bij de trekker wordt gevoeld en er een krakend geluid wordt gehoord als
het instrument de vuurcyclus afrond. Het half of onvolledig indrukken van de handgreep
kan leiden tot onacceptabele vorming van nietjes en/of onafgewerkte snijoperaties met het
mes. Dit kan leiden tot intraoperatieve lekken.
7. Open het instrument door het vier en een halve slag te draaien als het nietapparaat
wordt geopend voordat het wordt verwijderd.
8. Controleer na het verwijderen van het nietapparaat de nietlijn op hemostase en de
integriteit van de anastomose moet altijd worden gecontroleerd. Kleine bloedingen kunnen
worden ingeperkt door middel van elektrocauterisatie of handmatig hechten.
9. Gooi het instrument weg nadat er weefselspecimen uit de as werden gehaald.
10. De weefselspecimen ("donuts") moeten worden geï nspecteerd om te verifiëren dat alle
weefsellagen zijn opgenomen in de anastomose. Als dit niet het geval is, dan kan dit leiden
tot lekkage en versmalling veroorzaken.
11. Gebruik onderdelen van wegwerpinstrumenten niet opnieuw.
12. Het gebruik van een instrument en aambeeld dat niet goed op elkaar zijn afgestemd zal
leiden tot misvormde nietjes of het mislukken van het snijden. Misvormde nietjes kunnen de
integriteit van de nietlijn te niet doen, waardoor er lekkage of verstoringen kunnen ontstaan.
13. Dit instrument wordt STERIEL geleverd. Elk instrument is ontworpen om slechts
ÉÉNMAAL te worden gebruikt. NA GEBRUIK WEGGOOIEN. NIET OPNIEUW