De Alarmen Selecteren En Configureren - Hach AS950 Manual Del Usuario

Ocultar thumbs Ver también para AS950:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 108
• Sensoren die op de analoge ingang van de optionele IO9000-module zijn aangesloten
Opmerking: Een flowmeting die wordt geleverd door een externe flowmeter die direct is aangesloten op de AUX
I/O-poort kan niet worden vastgelegd.
Alleen de vastgelegde metingen:
• Worden weergegeven op het scherm Status en het scherm Meetgegevens (gegevenslogboek).
• Kunnen worden gebruikt om alarmen voor instelpunten te configureren.
• Kunnen worden gebruikt voor intervallen op basis van flow.
• Kunnen worden gebruikt om te regelen wanneer het monsternameprogramma start (of start en
stopt).
1. Druk op MENU.
2. Om sensoren te configureren die nog niet op de sampler zijn aangesloten, selecteert u de
toewijzingen voor de sensorpoorten. Selecteer Programming (programmeren)>Datalog
Programming (programmeren gegevenslogboek)>Change Port Assignments (toewijzigen poorten
wijzigen). Selecteer de sensoren die worden aangesloten op de poorten voor Sensor 1 en Sensor
2.
3. Selecteer als volgt een vast te leggen meting:
a. Selecteer Channel Logging (kanaalregistratie).
b. Selecteer de bron van de meting.
c. Selecteer de meting en druk op Check om de meting vast te leggen.
d. Druk op Save (opslaan).
4. Selecteer het registratie-interval voor de meting als volgt:
a. Selecteer Logging Intervals (registratie-intervallen). De primaire en secundaire registratie-
intervallen worden weergegeven.
Bijvoorbeeld: "15, 15" geeft aan dat het primaire registratie-interval 15 minuten is en het
secundaire registratie-interval ook 15 minuten is.
b. Selecteer de bron van de meting.
c. Selecteer de registratie-intervallen en druk op OK. Opties: 1, 2, 3, 5, 6, 10, 12, 15, 20, 30 of
60 minuten.
• Primair registratie-interval—Het registratie-interval dat wordt gebruikt wanneer er geen alarm is
geconfigureerd voor de meting. Als er een alarm is geconfigureerd voor de meting, wordt het
primaire registratie-interval gebruikt wanneer het alarm voor de meting niet actief is of wanneer
de alarmconfiguratie niet is ingesteld op Switch Log Interval (registratie-interval veranderen).
• Secundair registratie-interval—Het registratie-interval dat wordt gebruikt wanneer het alarm
voor de meting actief is en het alarm is ingesteld op Switch Log Interval (registratie-interval
veranderen).

5.1.4 De alarmen selecteren en configureren

Configureer de gegevensregistratie voordat de alarmen worden geconfigureerd.
Selecteer en configureer de alarmen die op het scherm Status worden weergegeven en die in het
alarmlogboek worden geregistreerd.
Er zijn twee soorten alarmen: systeemalarmen en kanaalalarmen. Hier volgt de lijst met
systeemalarmen:
200 Nederlands
L E T O P

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido