De Sensoren Kalibreren - Hach AS950 Manual Del Usuario

Ocultar thumbs Ver también para AS950:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 108
1. Druk op MENU.
2. Selecteer Hardware Setup (hardwareopstelling)>Liquid Detect (vloeistofsensor)>Status. Zorg dat
de vloeistofsensor is uitgeschakeld.
3. Plaats de inlaatslang in het monster- of kraanwater.
4. Voor de weersbestendige gekoelde sampler plaatst u een cilinder met schaalverdeling onder de
verdeeluitlaat of de steun van de samengestelde buis in de AWRS-kast.
5. Voor de gekoelde sampler plaatst u een cilinder met schaalverdeling onder de verdeeluitlaat of
de steun van de samengestelde buis in de gekoelde kast.
6. Voor de draagbare sampler plaatst u de slang aan de uitlaatzijde van de pomp in een cilinder met
schaalverdeling.
7. Druk op CALIBRATION (kalibratie) en selecteer Volume>Sample Volume (monstervolume).
8. Druk op Next (volgende). De pomp draait omgekeerd om de inlaatslang door te spoelen. De
pomp draait vervolgens in de juiste richting en begint het monster te nemen.
9. Druk op STOP (stoppen) wanneer het volume dat is opgegeven in het monsternameprogramma
is verzameld.
10. Druk op Finish (voltooien) om de kalibratie te voltooien of op Retry (opnieuw) om de kalibratie
opnieuw uit te voeren.
11. Sluit de uitlaatslang aan op de slangfitting op de sampler.
12. Druk op Exit (afsluiten) om het volumekalibratiemenu te sluiten.
5.2.1.4 Het monstervolume controleren
Neem een steekmonster om te controleren of het monstervolume nauwkeurig is. Keer niet terug naar
de kalibratie om het volume te controleren, omdat de volumecompensatie opnieuw is ingesteld op
nul bij het begin van de kalibratie.
1. Druk op MANUAL OPERATION (Handmatige bediening).
2. Selecteer Grab Sample (steekmonster).
3. Plaats de inlaatslang in het monsterwater.
4. Plaats de slang aan de uitlaatzijde van de pomp in een cilinder met schaalverdeling.
5. Indien de vloeistofsensor is ingeschakeld, voert u het volume in dat moet worden gecontroleerd.
6. Indien de vloeistofsensor is uitgeschakeld, voert u het volume in dat is opgegeven in het
monsternameprogramma.
7. Druk op OK. De pompcyclus wordt gestart.
8. Vergelijk het volume dat is verzameld in de cilinder met schaalverdeling met het te verwachten
volume. Als het verzamelde volume niet juist is, herhaalt u de volumekalibratie.

5.2.2 De sensoren kalibreren

Kalibreer de sensoren die op de sampler zijn aangesloten.
1. Druk op CALIBRATION (kalibratie) of druk op MENU en selecteer Kalibratie.
2. Selecteer de sensor die gekalibreerd moet worden.
3. Volg de instructies op het scherm om de procedure te voltooien. Raadpleeg de documentatie van
de sensor.
5.2.3 De kasttemperatuur kalibreren—Weerstbestendige gekoelde sampler
Raadpleeg de servicehandleiding die op de website van de fabrikant beschikbaar is voor de
kalibratieprocedure.
210 Nederlands

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido