Descargar Imprimir esta página

Renault PRELIMINARY Manual De Instalación página 10

Publicidad

PRELIMINARY REV. 06
Handleiding voor de installatie
PLAATSING VAN DE COMPONENTEN
Sirene
Deze behoort in de motorruimte, zo ver mogelijk
van eventuele hittebronnen vandaan, te worden
geplaatst. Kijk naar de tekening voor de juiste positie
van de steun en de unit zelf. We bevelen u aan om de
sirene op een moeilijk te bereiken plaats weg te
bouwen.
ELECTRISCHE VERBINDINGEN
Leg de bedrading van het systeem naast de originele voertuigbedrading en monteer deze daaraan
vast met de bijgeleverde tie-wraps.
Volg de bijgesloten schema's voor het maken van de elektrische verbindingen en let daarbij op
het volgende:
• de massa (-31) behoort te worden aangesloten op een origineel massapunt van de auto of
rechtstreeks op de min-pool van de accu
• de positieve stroomvoorziening (+30) van het alarm behoort niet te worden aangesloten op
een gezekerde plus.
Echter, het systeem is reeds voorzien van geïntegreerde electronische zekeringen,
welke het systeem beschermen bij een eventuele kortsluiting. In dit geval is het
voldoende om de storing te verhelpen.
18
NL
06DE1429C ok.p65
18-19
All manuals and user guides at all-guides.com
30°
PRELIMINARY REV. 06
AUTOMATISCHE PROGRAMMEERPROCEDURE VOOR DE ELEKTRONISCHE
NOODSLEUTELS
In geval van nood kunnen de noodsleutels de taak van de afstandsbediening overnemen.
Ga voor het programmeren van deze sleutels als volgt te werk:
1. Schakel het beveilingssysteem uit.
2. Leg alle elektronische sleutels, die u wilt gebruiken, klaar.
3. Zet het contact 3 keer binnen 7 seconden aan en weer uit.
4. De LED zal hierna 3 seconden lang oplichten ten teken dat u de persoonlijke (PIN)code
kunt invoeren.
5. Zet het contact aan nadat de LED is gedoofd en laat de LED evenveel keren knipperen als
overeenkomt met de waarde van het eerste cijfer van de (PIN)code (bij voorbeeld: 2 keer
knipperen = 2 is het eerste cijfer), zet hierna het contact uit. Herhaal dezelfde procedure
voor de overige cijfers. In het geval dat u een fout heeft gemaakt laat u het contact minimaal
10 seconden uit staan, waarna u weer bij punt 3 begint.
6. Zet het contact aan. De LED gaat continu oplichten ten teken dat de (PIN)code juist is
ingevoerd.
7. Druk de noodsleutel gedurende 1 seconde tegen het noodpaneel, de LED dooft en licht
daarna weer op ten teken dat de noodsleutel is geaccepteerd.
8. Herhaal de procedure van punt 7 voor alle te programmeren noodsleutels.
9. De automatische programmeerprocedure kan op elk moment worden onderbroken door
eenvoudig het contact uit te schakelen.
N.B.: indien een nieuwe noodsleutel is geprogrammeerd, worden eerder
geprogrammeerde sleutels door het systeem uit het geheugen verwijderd. Deze
moeten opnieuw geprogrammeerd worden om ze nog te kunnen gebruiken.
Het systeem kan met maximaal 4 geprogrammeerde noodsleutels werken.
Indien er 2 of meer noodsleutels zijn geprogrammeerd vervalt de mogelijkheid
om de (PIN)code als noodsysteem te gebruiken. De (PIN)code is dan alleen nog
te gebruiken voor het programmeren van (nieuwe) noodsleutels.
9-05-2001, 11:05
Handleiding voor de installatie
19
NL

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

8265