A
Gebruiks- en omgevingstemperatuur
We raden aan om de klassieke klimaatklassen die aangeduid worden op de productfiche en op het
typeplaatje te respecteren, hierdoor kunt u nagaan binnen welk omgevingstemperatuurbereik
het toestel kan worden gebruikt:
SN :
Tussen 10 en 32°C
–
N :
Tussen 16 en 32°C
–
ST :
Tussen 16 en 38°C
–
T :
Tussen 16 en 43°C
–
Een toestel met multiklassen kan de laagste en hoogste temperatuur van alle gedekte klassen
bereiken.
Het gebruik van het toestel buiten dit omgevingstemperatuurbereik tast de prestaties en de
levensduur van het toestel aan
Instellen van de thermostaat
Voor een optimaal gebruik en om energie te besparen, raden we aan de thermostaat van het
toestel te regelen volgens de omgevingstemperatuur waarin het toestel gebruikt wordt onder
voorbehoud dat de klimaatklasse(n) wordt (worden) nageleefd.
Raadpleeg het productinformatieblad om de klimaatklasse te kennen die verbonden is aan
de minimale en maximale omgevingstemperaturen aangepast aan het toestel, en voor de
aanbevolen temperatuurinstelling voor een optimale opslag van de voedingswaren.
De graden van de omgevingstemperatuur T° C worden ter informatie gegeven.
De plaatsing in de ruimte, de frequentie van het openen van de deur(en) of de mate waarin
het toestel met voedingsmiddelen is gevuld, kunnen de voormelde posities beïnvloeden.
De positie van de thermostaat dient aangepast te kunnen worden om deze factoren te
compenseren.
Voorbeelden van de ruimte waarin het toestel wordt gebruikt:
Ruimte die niet verwarmd wordt in de winter, zoals een garage in een koude streek.
–
Leefruimte die normaal verwarmd wordt, zoals een keuken.
–
Ruimte zonder airco in de zomer in een warme streek.
–
Overzicht van het toestel
24
NL