10.7.16 Parameters instellen
De parameters voor dit hoofdstuk staan in de onderstaande tabel.
Opdracht-
Code
nummer
1.1
DHW MODUS
1.2
DISINFECT
1.3
DHW PRIORITEIT
1.4
DHW POMP
1.5
WARMWATER TIJDINSTEL. In-/uitschakelen van de DHW-prioriteitstijdinstelling: 0=NEE, 1=JA
1.6
dT5_ON
1.7
dT1S5
1.8
T4DHWMAX
1.9
T4DHWMIN
1.10
t_INTERVAI_DHW
1.11
dT5_TBH_ OFF
1.12
T4_TBH_ON
1.13
t_TBH_DELAY
1.14
T5S_DI
1.15
t_DI_HIGHTEMP.
1.16
t_DI_MAX
1.17
t_DHWHP_RESTRICT de werkingstijd voor het verwarmen/koelen van de ruimte operation.
1.18
t_DHWHP_MAX
1.19
DHWPOMP LOOPTIJD
1.20
POMP LOOPTIJD
1.21
DHWPOMP DISINFECT
2.1
KOELMODUS
2.2
t_T4_FRESH_C
2.3
T4CMAX
2.4
T4CMIN
2.5
dT1SC
2.6
dTSC
2.8
T1SetC1
2.9
T1SetC2
2.10
T4C1
2.11
T4C2
2.12
ZONE1 C-EMISSIE
2.13
ZONE2 C-EMISSIE
Staat
In-/uitschakelen van de DHW-modus: 0=NEE, 1=JA
In-/uitschakelen van de desinfecteermodus: 0=NEE, 1=JA
In-/uitschakelen van de DHW-prioriteitsmodus: 0=NEE, 1=JA
In-/uitschakelen van de DHW-pompmodus: 0=NEE, 1=JA
Het temperatuurverschil voor het opstarten van de warmtepomp
De juiste waarde voor het instellen van de uitgang van de compressor.
De maximale omgevingstemperatuur waarin de
warmtepomp leidingwater kan verwarmen
De minimale omgevingstemperatuur waarin de
warmtepomp leidingwater kan verwarmen
de tijdsinterval van het opstarten van de compressor in DHW-modus.
Het temperatuurverschil tussen T5 en T5S dat de
boosterverwarming uitschakelt.
de hoogste buitentemperatuur waarin de TBH kan werken.
De tijd dat de compressor heeft gelopen vóór het
starten van de boosterverwarmer.
de beoogde watertemperatuur in de warmwatertank in
de desinfecteerfunctie.
de tijd dat de hoogste watertemperatuur aanhoudt in
de warmwatertank in de desinfecteerfunctie
de maximale tijd dat het desinfecteren duurt
De maximale continue bedrijfstijd van de warmtepomp
in de modus DHW PRIORITEIT.
In-/uitschakelen van de DHW-pomp zoals getimed en blijft
actief voor LOOPTIJD POMP: 0=NEE, 1=JA
de bepaalde tijd dat de DHW-pomp blijft lopen voor
In-/uitschakelen van werking van de DHW-pomp wanneer het apparaat
in de desinfecteermodus staat en T5≥T5S_DI-2:0=NEE,1=JA
In-/uitschakelen van de koelmodus: 0=NEE, 1=JA
De vernieuwingsinterval van klimaat-gerelateerde curves
voor de koelmodus
De hoogste bedrijfsomgevingstemperatuur voor de
koelmodus
De laagste bedrijfsomgevingstemperatuur voor de
koelmodus
het temperatuurverschil voor het opstarten van de warmtepomp (T1)
het temperatuurverschil voor het opstarten van de warmtepomp (Ta)
De temperatuurinstelling 1 van klimaat-gerelateerde curves
voor de koelmodus.
De temperatuurinstelling 2 van klimaat-gerelateerde curves
voor de koelmodus.
De omgevingstemperatuur 1 van klimaat-gerelateerde
curves voor de koelmodus.
De omgevingstemperatuur 2 van klimaat-gerelateerde
curves voor de koelmodus.
Het type zone1-einde voor koelmodus:0=FCU(ventilatorconvector),
1=RAD.(radiator),2=FLH(vloerverwarming)
Het type Zone2-einde voor koelmodus:0=FCU(ventilatorconvector),
1=RAD.(radiator),2=FLH(vloerverwarming)
54
Standaard Minimum
Maximum
0,5
0,5
6
Instelling
Eenheid
interval
0,5
uur