Installatie; Elektrische Aansluiting - Wilo Control EC-Drain LS2 Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

Nederlands
6.2.5 Nalooptijd (fig. 2, pos. 2)
Onder nalooptijd wordt verstaan, de tijd die ver-
strijkt tussen het openen van het contact van de
vlotterschakelaar tot het uitschakelen van de
basislastpomp.
De nalooptijd wordt ingesteld via de potentiome-
ter in het apparaat. De instelling vindt traploos
plaats van 0 tot 30 seconden.
GEVAAR! Levensgevaar!
Bij werkzaamheden aan een geopende schakel-
kast bestaat het gevaar voor elektrische schok
door de aanraking van onder spanning staande
onderdelen.
De werkzaamheden mogen enkel worden uitge-
voerd door vakpersoneel!
Voor het instellen van de potentiometer het
apparaat spanningsvrij schakelen en beveiligen
tegen onbevoegd herinschakelen.
6.2.6 Externe motorbeveiliging WSK
Als de motor beschikt over een wikkelingsveilig-
heidscontact (WSK), moet dit op de hiervoor
bestemde klemmen 1 en 2 voor pomp 1 en de
klemmen 3 en 4 voor pomp 2 worden aangesloten.
Bij motoren zonder WSK moet een draadbrug wor-
den aangebracht.
6.2.7 Hoogwateralarm
Om het hoogwateralarm te kunnen analyseren,
moet er een vlotterschakelaar worden aangeslo-
ten op de klemmen 9 en 10 (HW). Bij activering
vindt er een optische en akoestische melding
plaats en wordt de pomp gedwongen ingescha-
keld. De verzamelstoringsmelding (SSM) en het
hoogwateralarm zijn actief.
7 Installatie en elektrische aansluiting
GEVAAR! Levensgevaar!
Een ondeskundige installatie en elektrische
aansluiting kunnen levensgevaarlijk zijn.
• Installatie en elektrische aansluiting alleen door
vakpersoneel en volgens de geldende voor-
schriften laten uitvoeren!
• Voorschriften voor ongevallenpreventie in acht
nemen!
3~400 V
2-polig
34
Vermogen [kW]
(kolom 1)
2,2
3,0
4,0
2,2
3,0
4,0
2,2
3,0
4,0

7.1 Installatie

De schakelkast op een trillingsvrije en vorstveilige
plaats installeren.
De installatieplaats beschermen tegen directe
zonnestralen.
Afstanden tussen boorgaten 268 x 188 mm (bxh),
zie ook de gegevens op de onderzijde van de
schakelkast. Voor de bevestiging schroeven
(4 stuks, Ø max. 4 mm) en passende pluggen
klaarleggen.
Voor de bevestiging van de schakelkast het
bovenste deel van het huis openen:
• 4 schroeven voor de dekselbevestiging losdraaien
• de schakelkast met pluggen en schroeven aan de
wand bevestigen.

7.2 Elektrische aansluiting

GEVAAR! Levensgevaar!
Bij een ondeskundige elektrische aansluiting
bestaat levensgevaar door elektrische schok-
ken.
Elektrische aansluiting uitsluitend door een
elektricien met vergunning van het plaatselijke
energiebedrijf en overeenkomstig de plaatselijk
geldende voorschriften laten uitvoeren.
• Netvorm, stroomtype en spanning van de netaan-
sluiting moeten overeenkomen met de gegevens
op het typeplaatje van de pomp / motor.
• Netvereisten:
AANWIJZING: Volgens EN / IEC 61000-3-11 (zie
tabel hieronder) zijn schakelkast en pomp met een
vermogen van ... kW (kolom 1) bestemd voor
gebruik op een stroomnet met een systeemimpe-
dantie Z
ohm (kolom 2) bij een maximaal aantal schakelin-
gen van ... (kolom 3).
Als de netimpedantie en het aantal schakelingen
per uur groter zijn dan de in tabel genoemde waar-
den, kan de schakelkast met de pomp door de
ongunstige netomstandigheden onderhevig zijn
aan tijdelijke spanningsdalingen en spannings-
schommelingen, het zogenaamde "flikkeren".
Er kunnen hierdoor maatregelen nodig zijn, om de
schakelkast met pomp aan deze aansluiting cor-
rect te kunnen gebruiken. Informatie hierover
krijgt u bij de plaatselijke energiebedrijven en bij
de fabrikant.
Systeemimpedantie [ ]
(kolom 2)
0,2788
0,2000
0,1559
0,2126
0,1292
0,0889
0,1915
0,1164
0,0801
aan de huisaansluiting van max. ...
max
Schakelingen per uur
(kolom 3)
6
6
6
24
24
24
30
30
30
WILO SE 03/2010