De patiënt positioneren:
1. Laat het steunoppervlak max. opblazen.
2. Leg de patiënt in het midden van het steunoppervlak.
3. Richt het hoofd van de patiënt naar het hoofdbord (Afbeelding 7).
4. Controleer de patiënt tijdens laterale rotatie op de juiste positionering en het opblazen van het steunoppervlak
(Afbeelding 8 ).
O O m m g g a a n n g g m m e e t t i i n n c c o o n n t t i i n n e e n n t t i i e e e e n n d d r r a a i i n n a a g g e e
W W A A A A R R S S C C H H U U W W I I N N G G - - Controleer altijd met regelmatige tussenpozen de toestand van de patiënt, ten behoeve van de
veiligheid van de patiënt.
U kunt wegwerpluiers of incontinentieverbanden gebruiken in verband met incontinentie. Verstrek altijd passende
huidverzorging na elk voorval van incontinentie.
C C P P R R a a c c t t i i v v e e r r e e n n
W W A A A A R R S S C C H H U U W W I I N N G G - - Volg altijd het CPR-protocol van uw ziekenhuis. Zorg ervoor dat de gebruiker toegang heeft tot de
CPR-banden.
L L E E T T O O P P - - Controleer altijd of er zich geen personen en uitrusting in het gebied onder en rondom de rugleuning bevinden
voordat u de loszetfunctie voor reanimatie activeert. De loszethandgreep voor reanimatie dient alleen voor gebruik in
spoedeisende situaties.
Om het bedframe en het steunoppervlak voor reanimatie voor te bereiden, moeten deze stappen worden gevolgd:
1. Trek aan de P P r r o o C C u u i i t t y y CPR-ontgrendelingshandgreep (A) om het hoofdeinde van het bed in de vlakke stand te laten
zakken. De twee CPR-ontgrendelingshandgrepen bevinden zich aan de linker- en rechterzijde van het knieknikgedeelte
van de matrasdrager (Afbeelding 9).
NL
14
A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 7 7 – – L L e e g g d d e e p p a a t t i i ë ë n n t t i i n n h h e e t t m m i i d d d d e e n n
A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 8 8 – – C C o o r r r r e e c c t t e e p p o o s s i i t t i i e e v v a a n n p p a a t t i i ë ë n n t t
2973-009-005 Rev AD.0