instructiehandleiding
voor gebruik en onderhoud van de gemotoriseerde koppeling REVOBLOCK
4.3.1 - DRAAIRICHTING VAN DE MOTOR
Alvorens de koppeling in werking te stellen, dient met zich ervan te verzekeren dat de as van de motor vrij
draait.
De draairichting van de motor wordt bepaald door de stroomrichting van de hydraulische olie.
De koppeling wordt geleverd zonder het besturingssysteem; de hydraulische activering moet een rotatie in
beide richtingen mogelijk maken.
Wanneer het nodig is om de besturing om te draaien ten opzichte van de geplande rotatie, dient de volgende
procedure te worden opgevolgd
•
De hydraulische verbindingsleidingen van de motor demonteren en deze omdraaien op de ingangen
van de motor.
Alvorens de handelingen uit te voeren, dient men zich ervan te verzekeren dat het hydrau-
lische systeem niet onder druk staat. De aanwezigheid van druk in het systeem kan een
gevaarlijke situatie tot gevolg hebben.
pag. 150