Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
SMA Solar Technology AG
• De tussencircuitverbindingsleiding (A) op de CON-module aansluiten. Daarvoor de
leidingen in de schroefklemmen steken en de schroefklemmen weer aandraaien (koppel:
1,5 Nm). Daarbij letten op de correcte kleurbezetting (SW = zwart, RT = rood).
• De ventilatorkabel (B) op de nieuwe AST-module aansluiten. Daarbij op correct
vergrendelen van de stekkers letten.
• De van de transformator komende kabel (C) aansluiten (koppel voor de schroefklemmen:
1,5 Nm). Daarbij letten op de correcte kleurbezetting (gn = groen, rt = rood).
13. Op elke kabel een trekcontrole uitvoeren.
14. Vereiste controles voor de correcte heringebruikname na modulevervanging conform alle ter
plekke geldende wetten, normen en richtlijnen uitvoeren. Daarbij voorwaarden voor de
componentvervanging in acht nemen (zie hoofdstuk 2.2 "Belangrijke veiligheidsaanwijzingen",
pagina 147).
15. Verzeker u ervan, dat de aardleiding in de omvormer correct is aangesloten en de aardleiding
correct werkt.
16. Na het vervangen van het defecte component moet voor de bedrijfs- en installatieveiligheid
conform de ter plaatse geldende elektrotechnische regels worden gezorgd.
17. Stel de omvormer weer in bedrijf (zie handleiding van de omvormer).
18. Wanneer de omvormer zich in de permanente blokkering bevindt, wat door het branden van
de gele led wordt gesignaleerd, moet deze permanente blokkering worden gereset met een
communicatieapparaat. Daardoor kan de omvormer weer terugleveren in het openbaar
stroomnet.
19. Om de foutloze werking van de SELV-circuits te controleren, moet een ventilatortest worden
uitgevoerd (zie handleiding van de omvormer).
20. De UAC-controle uitvoeren (zie hoofdstuk 8, pagina 160).
Vervangingshandleiding
A
B
7 Nieuwe AST-module inbouwen
C
AST-SMC46-60A-70HV-RM-xx-10
159
Publicidad
