vloeistof te controleren tijdens het
koken. U kunt er bijvoorbeeld op
vertrouwen om melk op te warmen of de
temperatuur van babyvoeding te
controleren.
Ten minste één kookzone moet actief
zijn om de functie te kunnen gebruiken.
U kunt de functie activeren voor alle
kookzones, maar slechts voor één
kookzone tegelijk.
1. Plaats de Voedselsensor in het eten
of in de vloeistof tot aan de
markering van het minimumniveau.
2. Tik op
op het display om het
Voedselsensor-menu te openen en
kies Thermometer. U kunt ook tikken
op
> Functies fornuis >
Thermometer.
3. Tik op Start.
De meting begint op de actieve
kookzone.
Als geen van de kookzones actief is,
verschijnt er een pop-upvenster met
informatie.
Om de functie te stoppen, raakt u de
cijfers aan die de temperatuur aangeven
of raakt u
aan en selecteert u Stop.
6.11
Smelten
U kunt deze functie gebruiken om
verschillende producten, zoals chocolade
of boter, te smelten. U kunt de functie
alleen gebruiken voor één kookzone
tegelijkertijd.
1. Tik op
op het display om de
Menu te openen.
2. Selecteer Functies fornuis > Smelten
uit de lijst.
3. Tik op Start.
U moet de gewenste kookzone
selecteren.
Als de kookzone al actief is,
verschijnt er een pop-upvenster.
Annuleer de vorige warmte-instelling
om de functie te activeren.
Om Menu af te sluiten, tikt u op
de rechterkant van het display, buiten
het pop-upvenster. Om te navigeren
door de Menu gebruikt u of .
Om de functie te stoppen, tikt u op het
zoneselectiesymbool en vervolgens op
Stop.
6.12
Pause
Deze functie stelt alle kookzones die in
werking zijn in op de laagste kookstand.
U kunt de functie niet activeren wanneer
Kookassistentie of Sous-vide wordt
uitgevoerd.
Als de functie werkt, kunnen enkel de
symbolen
Alle andere symbolen op het
bedieningspaneel zijn vergrendeld.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Tik op
om de functie in te schakelen.
gaat branden. De warmtestand wordt
verlaagd naar 1.
Voor het uitschakelen van de functie
raakt u
aan.
De functie stopt PowerBoost. De
hoogste warmte-instelling reactiveert
wanneer u opnieuw tikt op
6.13 Timer
Timer met aftelfunctie
+STOP
Gebruik deze functie om aan te geven
hoe lang een kookzone moet werken
tijdens een enkele kooksessie.
U kunt de functie voor iedere kookzone
afzonderlijk instellen.
1. Stel eerst de warmte-instelling voor
de juiste kookzone in en daarna de
functie.
2. Raak het symbool van de zone aan.
3. Tik op
Het timermenuvenster verschijnt op het
display.
4. Tik op
schakelen.
De symbolen wijzigen naar
of op
5. Schuif uw vinger naar links of rechts
om de gewenste tijd (bijvoorbeeld
uren en/of minuten) te selecteren.
6. Tik op OK om uw selectie te
bevestigen.
NEDERLANDS
en
worden gebruikt.
.
.
om de functie in te
.
+STOP
19