Montage- en gebruiksaanwijzing
Halfradiale buisventilatoren voor
plaatsen waar ontploffingsgevaar
kan heersen
Hartelijk gefeliciteerd met uw nieuwe MAICO-
ventilator. Het apparaat is conform ATEX-richtlijn
2014/34/EU vervaardigd (voorheen RL 94/9/EG) en
is geschikt voor plaatsen waar ontploffingsgevaar
kan heersen.
Lees voor de montage en het eerste gebruik van
de ventilator deze handleiding aandachtig door
en volg de instructies op.
e vermelde waarschuwingen laten gevaarlijke situa-
ties zien, die tot de dood of ernstig letsel (GEVAAR /
WAARSCHUWING) of kleiner/lichter letsel (VOOR-
ZICHTIG) leiden/zou kunnen leiden, voor zover ze
niet worden vermeden. LET OP staat voor mogelijke
materiële schade aan het product of zijn omgeving.
Bewaar de handleiding goed voor later gebruik.
Op de voorpagina staat een duplicaat van het
typeplaatje van uw apparaat.
1 Afbeeldingen
Voorpagina met QR-code voor een directe
i
oproep van het internet via smartpho-
ne-app.
Afb. A: Afmetingen, geluidsvermogensniveau
Afb. B: Montagevoorbeeld:
1
Ventilatieleiding, door klant beschikbaar te stellen
2
Elastische manchet ELM-Ex, optioneel
3
Verloopstuk REM-Ex (uitsluitend bij ERM 22 Ex e)
4
Aansluitdoos
5
Plafond, steunbalk
6
Bevestigingsvoet FUM, optioneel
7
Buisventilator ERM .. Ex e
Afb. C: Veiligheidsrooster SGM .. Ex, optioneel
Afb. D: Schakelschema
Voor transportrichting / draairichting pijltjes op
kunststof huis hfst. 17
2 Omvang van de levering
Ventilator met aansluitkabel en ex-beveiligde aan-
sluitdoos (aansluitkabel kant-en-klaar bedraad), 2
verloopstukken 220/200 REM-Ex (in de omvang
van de levering van ERM 22 Ex e), deze montage-
en gebruiksaanwijzing. Voor ventilator-serienr.
typeplaatje op voorpagina of ventilator. EU-verkla-
ring van overeenstemming aan het einde van deze
.
handleiding
3 Kwalificatie installatie-, reinigings-,
onderhouds- en reparatiepersoneel
Montage, in gebruik nemen, reiniging en onderhoud
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door in explo-
siebeveiliging opgeleide en bevoegde erkende
elektriciens. Een reparatie van de ventilator is
uitsluitend in onze fabriek toegestaan.
U bent een erkend elektricien voor explosiebeveili-
ging, als u op grond van uw deskundige opleiding,
training en ervaring de installatie en elektrische
aansluitingen zoals in de bijgevoegde schakel-
schema's conform deze handleiding deskundig en
veilig kunt uitvoeren. Bovendien moet u in staat zijn,
ontstekings- en explosiegevaren en risico's door een
verkeerde installatie, elektriciteit, elektrostatische
ontladingen enz. te herkennen, te beoordelen en te
voorkomen.
4 Bedoeld gebruik
De ventilator dient voor de ont- of beluchting van
commercieel gebruikte ruimtes (ververij, accuruim-
te, bedrijfsruimte, productieruimte enz.) met een
explosieve omgeving. De ventilator voldoet aan de
veiligheidseisen van de richtlijn 2014/34/EU
apparaten en veiligheidssystemen op plaatsen waar
ontploffingsgevaar kan heersen.
Het apparaat is in groep II, categorie 2G ingedeeld,
voldoet aan de beveiligingswijze "e" en is geschikt
voor het gebruik op plaatsen waar ontploffingsge-
vaar kan heersen van de zone 1 en 2.
Voor het gebruik buiten moet de ventilator tegen
weersinvloeden worden beschermd.
5 Niet-bedoeld gebruik
De ventilator mag in de volgende situaties in
geen geval worden gebruikt. Er bestaat levens-
gevaar. Lees alle veiligheidstips.
EXPLOSIEGEVAAR
EX
Explosiegevaar door ontsteken van ont-
!
plofbare stoffen bij gebruik zonder motorvei-
ligheidsschakelaar . Ventilator uitsluitend met
een extra motorveiligheidsschakelaar conform
richtlijn 2014/34/EU, bijv. MAICO MVEx ( hfst. 6)
gebruiken.
Explosiegevaar bij parallelbedrijf van meer-
!
dere ventilatoren aan één enkele motorveilig-
heidsschakelaar. Een veilig in werking zetten
in geval van een storing is niet altijd gega-
randeerd. In geen geval meerdere ventilatoren op
één enkel koude-draaduitschakelsysteem parallel
gebruiken.
Explosiegevaar door vonkvorming door
!
aanlopen van de waaier tegen het huis bij een
te kleine luchtspleet. Rondom voor voldoende
luchtspleet tussen waaier en huis zorgen.
Explosiegevaar bij transport van explosief
!
stof of vaste/vloeibare deeltjes (bijv. verf), die
op de ventilator kunnen blijven kleven. Ventila-
tor in geen geval voor het transport van explosief
stof of vaste/vloeibare deeltjes gebruiken.
Explosiegevaar bij gebruik buiten de omge-
!
vingscondities en gebruiksomstandigheden,
met name door oververhitting bij gebruik buiten
de toegestane gebruikstemperatuur.
Ventilator uitsluitend binnen de toegestane om-
gevingscondities en gebruiksomstandigheden en
toegestane gebruikstemperatuur gebruiken.
Explosiegevaar bij gebruik zonderbeveili-
!
gingsvoorziening bij eventueel in het luchtka-
naal vallende of aangezogen vreemde voorwer-
pen Levensgevaar door vonkvorming. Een
vrije luchtin-/uitlaat beslist van een beveiligings-
voorziening conform EN 60529 voorzien, bijv. met
MAICO-veiligheidsrooster SGM .. Ex (Bescher-
mingsgraad IP 20). Een afscherming aan beide
kanten (veiligheidsrooster conform EN 13857) is
verplicht,
Explosiegevaar, als de explosieve omgeving
!
bij een te geringe nastroming van de luchttoe-
voer niet afgevoerd kan worden. Dit kan bijv. bij
te dicht afgesloten ruimtes of verstopte ruimte-
filters voorkomen. Voldoende nastroming van de
luchttoevoer veiligstellen. Ventilator in toegestane
luchtvermogensbereik gebruiken.
Explosiegevaar bij gebruik met frequentie-
!
omzetter voor de toerentalregeling. Lager-
stromen kunnen een directe ontstekingsbron
vormen. Gebruik met frequentieomzetter niet
toegestaan.
Explosiegevaar door niet-toegestane ver-
!
bouwingen aan het apparaat, onjuiste montage
of door beschadigde onderdelen. Gevaar bij in-
bouw-/verbouwingswerkzaamheden door niet
gekwalificeerd personeel. Geen goedkeuring
bij een omgebouwd apparaat, onjuiste montage
of bij gebruik met beschadigde onderdelen. Geen
goedkeuring bij montage-werkzaamheden door
niet gekwalificeerd personeel.
voor
VOORZICHTIG
!
Gevaar voor verwondingen
afscherming tegen insteken/aanraken (veilig-
heidsrooster ) aan vrije luchtin-/-uitlaat, met
name als de ventilator voor personen toeganke-
lijk ingebouwd wordt. Gebruik uitsluitend met af-
scherming aan beide kanten toegestaan. Zones
met mogelijke toegang tot roterende onderdelen
(waaier) moeten met een afscherming conform EN
ISO 13857 worden beveiligd, bijv. met MAICO-
veiligheidsrooster SG.. (voldoet aan beschermings-
graad IP 20 conform EN 60529).
6 Noodzakelijke motorveiligheidsschakelaar
Toegestaan zijn motorveiligheidsschakelaars, die
aan de volgende voorwaarden voldoen, anders
komt de overeenstemming te vervallen:
● Typeonderzoek conform R L 2014/34/EU .
● Markering conform richtlijn minimaal II (2) G.
De bedrading van de motorveiligheidsschakelaar
moet conform schakelschema afb. D plaatsvinden.
De motorveiligheidsschakelaar moet op de nominale
stroom van de motor ingesteld worden (niet I
Verplichte instel-/uitschakelingwaarden voor de
motorveiligheidsschakelaar, zie typeplaatje.
Verplicht is een uitschakeling bij een kortsluiting.
Na het wegvallen van alle oorzaken van de storing
begint de aangesloten motor niet vanzelf weer
te draaien. Een opnieuw inschakelen mag alleen
handmatig mogelijk zijn (blokkering tegen opnieuw
inschakelen).
Voor een optimale beveiliging raden wij de conform
R L 2014/34/EU motorveiligheidsschakelaar met
typegoedkeuring MAICO MVEx aan – neem a.u.b.
de gebruiksaanwijzing van de MVEx in acht.
7 Plichten van de installateur en van de
exploitant
De ventilator mag uitsluitend bij toegestane omge-
vings- en transportmiddeltemperaturen -20 tot
+50 °C en uitsluitend compleet gemonteerd worden
gebruikt. De ventilator moet regelmatig door een
erkend elektricien voor explosiebeveiling worden
gecontroleerd en onderhouden hoofdstuk 19.
Reinigings- en onderhoudstermijnen moeten
conform EN 60079-17 door de exploitant worden
bepaald – frequentie afhankelijk van omgevings-
condities en verwachte belemmeringen. Bij stof
en corrosieve omgeving de onderhoudstermij-
nen verkorten.
Bij montage en gebruik moeten aanvullende veilig-
heidsvoorschriften in acht worden genomen, bijv.
conform
● EG-richtlijn 1999/92/EG, ATEX 137: in Duitsland
omgezet met de veiligheidsverordening.
● EN 60079-14: Ontwerp, keuze en opstelling van
elektrische installaties.
● de nationale voorschriften ter voorkoming van
ongevallen.
NL
bij ontbrekende
).
max
63