3.
5.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
Inwerkingstelling voor de eerste opstart
Bij de eerste opstart en na een langdurige stilstand moet het apparaat grondig worden schoon-
gemaakt om alle resten van vreemde materialen weg te nemen (zie Gewoon onderhoud).
Schoonmaak bij de eerste opstart
Het apparaat niet schoonmaken met gebruik van waterstralen onder druk en/of rechtstreeks
gericht.
De beschermende film van de externe bekleding manueel verwijderen en alle externe delen
van het apparaat zorgvuldig schoonmaken. Op het einde van de beschreven handelingen voor
schoonmaak van de externe delen, moet men verdergaan zoals beschreven onder "Dagelijkse
schoonmaak" (zie Gewoon onderhoud).
Dagelijkse inwerkingstelling
Procedure:
1.
Controleer of het apparaat optimaal schoongemaakt en hygiënisch is.
2.
Controleer de correcte werking van het afzuigsysteem van het lokaal.
3.
Steek desgevallend de stekker van het apparaat in het voorziene stopcontact voor elektrische voeding.
4.
Open de netafsluiters die voorgeschakeld zijn op het apparaat (gas - water - elektriciteit).
5.
Controleer of de afvoer van het water (indien aanwezig) niet verstopt is.
6.
Ga verder met de handelingen beschreven in "Productieopstart".
Wanneer het gastoevoernet nooit of zeer sporadisch wordt gebruikt, kunnen er zich luchtbellen
vormen; het is onontbeerlijk om de installatie voor te bereiden zodat dit ongemak verholpen kan
worden.
Om de lucht uit de leidingen te laten volstaat het de netafsluiter te openen, draaien terwijl men de
draaiknop van het apparaat in piëzo-elektrische stand ingedrukt houdt, houd een vlam (lucifer of
andere) bij de waakvlam en wacht op ontbranding.
Na de procedure voor ontsteking van de waakvlam, moet men de draaiknop enkele seconden
lang naar de stand "maximum" draaien zodat de vlam zich stabiliseert. Op het einde van de pro-
cedure moet men de draaiknop terug naar de stand "Nul" zetten en desgevallend de netafsluiter
sluiten.
Dagelijkse buitendienststelling en langdurige buitendienststelling
Procedure:
1.
Sluit de netafsluiters die voorgeschakeld zijn op het apparaat (gas - water - elektriciteit).
2.
Controleer of de afvoerkranen (indien aanwezig) in de stand "gesloten" staan.
3.
Controleer of het apparaat optimaal schoongemaakt en hygiënisch is (zie Gewoon onderhoud).
In geval van langdurige inactiviteit moet men de delen die meest aan oxidatiefenomenen zijn
blootgesteld beschermen zoals beschreven in het betreffende hoofdstuk (zie Gewoon onder-
houd).
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN DE FABRIK ANT. IEDERE REPRODUCTIE, ZELFS GEDEELTELIJK, IS VERBODEN.
- 9 -
- 9 -
9
9