Uac-Controle Uitvoeren - SMA NR3-STP90-CONB: NR-STP90-CONB Instrucciones Para La Sustitución

SMA Solar Technology AG
11. Om de foutloze werking van het SELV-circuit te controleren, controleert u de
ethernetcommunicatie door een LAN-verbinding tot stand te brengen (zie de
bedieningshandleiding van de omvormer).
12. Voer een update uit naar de meest recente firmwareversie van de omvormer (zie de
bedieningshandleiding van de omvormer).
13. Controleer na het vervangen van de CON-module of de omvormer correct functioneert:
• Controleer, of de actuele instellingen van de omvormer overeenkomen met de instellingen
van voor het vervangen van de module. Wanneer de instellingen door het vervangen van
de module zijn gereset, de instellingen op de parameters voor het vervangen van de
module aanpassen (zie handleiding van de omvormer).
• Controleer of de omvormer toegankelijk is in het Sunny Portal. Als de omvormer niet
toegankelijk is in het Sunny Portal, past u het wachtwoord in de omvormer aan het
systeemwachtwoord aan (zie de bedieningshandleiding van de omvormer).
14. De UAC-controle uitvoeren (zie hoofdstuk 9, pagina 151).
9

UAC-controle uitvoeren

Door de modulevervanging werden elementen in het bereik van de netspanningsmeting vervangen.
Om er zeker van te zijn, dat de netspanningsmeting in de omvormer de vereiste nauwkeurigheid
heeft, moet een UAC-controle door de installateur worden uitgevoerd.
Bij de UAC-controle wordt de in het openbare stroomnet aanwezige wisselspanning vergeleken
met de door de omvormer gemeten wisselspanning. Daarbij mag de omvormer tot 5 V meer of tot
1 V minder weergeven dan de aanwezige wisselspanning bedraagt.
Voorwaarden:
☐ Een voor de UAC-meting geschikt meettoestel moet aanwezig zijn.
☐ Apparaten, die voor een schommelend openbaar stroomnet zorgen (bijv. verdere omvormers)
moeten gedurende de meting uitgeschakeld of op Stop gezet zijn.
Werkwijze:
1. Bij een communicatieproduct (bijv. Sunny Explorer) met de gebruikersgroep "Installateur"
aanmelden en een verbinding met de omvormer opbouwen (zie handleiding van het
communicatieproduct).
2. De parameter Bedrijfsmodus van MPP op Stop instellen.
3. Zorg ervoor, dat de door de omvormer gemeten UAC-spanning wordt weergegeven. Dit kan
op het display van de omvormer of via het communicatieproduct worden uitgevoerd.
4. De wisselspanning zo dicht mogelijk bij de omvormer meten.
5. De gemeten en de door de omvormer weergegeven wisselspanning met elkaar vergelijken.
6. Controleren of de door de omvormer weergegeven wisselspanning maximaal 5 V boven of
maximaal 1 V onder de gemeten wisselspanning ligt.
7. Als de door de omvormer weergegeven wisselspanning niet binnen het aangegeven bereik
ligt, moet u contact opnemen met de technische service.
8. De parameter Bedrijfsmodus van Stop op MPP instellen.
9. Controleer of de omvormer foutloos voedt.
Vervangingshandleiding
9 UAC-controle uitvoeren
STPTL-20-CON-RM-xx-10 151