Handelingen voor elke afstandsbedieningsfunctie in-/uitschakelen
U kunt sommige functies uitschakelen (Temperatuur, Modus, Vantiatorsnelheid, Activeren/Stoppen) voor de
afstandsbedieningen van de binnenunit.
1. Terwijl het systeem normaal functioneert of STOP wordt weergegeven (niet in een instellingsmodus*),
drukt u op de knop ALL / GROUP / ONE (Alle/Groep/Een) en selecteert u vervolgens
De opties worden in volgorde weergegeven.
* De displays
keld en geen enkele unit wordt gecontroleerd (pagina 29, 31, 35).
2. Druk op de knop SELECT (Selecteren) (
Wanneer ALL is geselecteerd bij handeling 1, slaat u handeling 2 over.
Selecteer 88 als u alle groepen wilt selecteren.
3. Druk op de knop SET (Instellen).
Het hangslotsymbool knippert.
4. Druk op de knop voor de functie waarvoor de afstandsbediening is uitgeschakeld (TEMP (Tempera-
tuur (
of
), MODE (Modus), FAN SPEED (Vantilatorsnelheid) of RUN/STOP (Activeren/Stoppen)).
Wanneer u op een knop drukt, licht het display voor die functie op.
Wanneer u nogmaals op die knop drukt, gaat het display weer uit.
De weergegeven functies zijn uitgeschakeld voor de afstandsbedieningen.
5. Druk op de knop SET (Instellen).
Wanneer u ten minste één afstandsbedieningshandeling hebt uitgeschakeld, licht het hangslotsymbool op.
Opmerking
•
Druk op de knop RESET (Resetten) om de instellingen te annuleren.
•
Wanneer de jumper J1 wordt afgesloten, is deze handeling uitgeschakeld.
Neem contact op met de dealer voor meer informatie over jumperinstellingen.
•
Wanneer meerdere binnenunits zijn aangesloten op één afstandsbediening en u deze instelling opgeeft voor een
van de binnenunitnummers, wordt dit aangegeven op de afstandsbediening voor die binnenunit.
1
2
3, 5
,
,
of
Activeren/Stoppen
(4)
,
en
) om het groepsnummer of unitnummer in te stellen.
Hangslotsymbool
Vantiatorsnelheid
Ventilatorsnelheid
Temperatuur
– 14 –
,
of
zijn alle in- of uitgescha-
.