het lichtnet. De installateur of de gebruiker van de ap-
paratuur zijn verantwoordelijk voor en moeten waar-
borgen dat de apparatuur aangesloten is op een licht-
net met een maximum toelaatbare impedantie ZMAX
lager of gelijk aan 0.090 (Art 308 en 316)-0.094 (Art.
306 en 315)-0.051 (Art. 317).
3 INSTALLATIE EN INBEDRIJFSTELLING.
3.1 OPHIJSEN (AFB. 1).
Fig. 1
3.2 MONTAGE
• Van alle generatoren moet u de achterwielen monteren
nadat u de as heeft aangebracht (afb. 2) .
• In het geval van rijdende machines moet u echter zowel
op de draad sleepwagen als de generator de zwenk-
wieltjes monteren. De wieltjes worden samen met de
schroeven geleverd en moeten aan de onderkant van
de draad sleepwagen en de steun van de toorts wor-
den gemonteerd. Plaats de wagen vervolgens zoals is
afgebeeld. (zie afbeelding 3).
Fig. 2
3.3 EVENTUELE VERLENGINGEN AANSLUITEN
• Zet het uiteinde van de verbinding BA vast door het lipje BB
aan de onderkant van de wagen te bevestigen, zie Afb. 4.
Fig. 3
BA
BB
Fig. 4
143