• Pulse level
Met deze functie kunt u voor dit lasproces de laagste
stroom van de twee niveaus instellen. Het percentage
van de stroom in vergelijking met de hoofdstroom die
voor de betreding van het submenu is ingesteld, wordt
weergegeven.
Pulse Level
• Frequency
Dit is de frequentie van de pulsatie.
Frequency
• Duty
Dit is de duur van de hoogste stroom, uitgedrukt in pro-
centen, ten opzichte van de tijd van de frequentie.
Duty
10 STORINGSCODES
DISPLAY
OMSCHRIJVING STORING
Startknop ingedrukt bij de inschakeling
TRG
van de machine of bij het afsluiten van
knippert
de klep van de draadsleper
Err 54
Kortsluiting op het secundaire circuit
Err 56
Afwijkende lasvoorwaarde
Te grote stroom op de motor van de
draadsleper (Controleer de rollen van de
Err 57
draadsleper, de draad in de huls en de
motor van de draadsleper)
Verkeerde uitlijning tussen de versies
van de fi rmware of een storing tijdens
Err 58
de auto-upgrade fase (Herhaal de auto-
upgrade procedure)
Err 61
Lage voedingsspanning
Err 62
Hoge voedingsspanning
TH 0
Overtemperatuur diodes uitgang
TH 1
Overtemperatuur IGBT
156
MIN
MAX
DEF
1%
100%
50%
MIN
MAX
DEF
0,1 Hz
500 Hz
1,1 Hz
MIN
MAX
DEF
10%
90%
50%
DISPLAY
OMSCHRIJVING STORING
H2O
Probleem aan de koelpomp
knippert,
(drukregelaar)
gevolgd door
Err 75
Probleem aan de koelpomp (niet
H2O nc
aangesloten)
OPN
Klep draadsleper open
Zie paragraaf 7.3.1 Menu "Lassen"
ITO
- "Maximum voortgang"
Neem in het geval van andere storingscodes contact op
met de klantenservice
11 ONDERHOUD
Ieder onderhoud moet door gekwalifi ceerd perso-
neel worden verricht in overeenstemming met de
norm IEC 26-29 (IEC 60974-4).
11.1 ONDERHOUD GENERATOR
In het geval van onderhoud in het apparaat, controleer of
de schakelaar T op "O" is geplaatst en of de voedingska-
bel niet langer is aangesloten op het lichtnet.
Verwijder regelmatig metaalstof uit de binnenkant van het
apparaat. Maak daarvoor gebruik van perslucht.
11.2 HANDELINGEN NA EEN REPARATIE.
Controleer na een reparatie of de bekabeling op dergelij-
ke wijze is aangebracht dat de primaire en de secundaire
zijden van elkaar zijn geïsoleerd.
Vermijd dat de draden in aanraking kunnen komen met
onderdelen in beweging of die tijdens de functionering
warm worden. Breng de kabelbinders op de oorspron-
kelijke wijze aan om te vermijden dat het primaire en het
secundaire circuit met elkaar in aanraking kunnen komen
als een draad breekt of losraakt.
Hermonteer de schroeven en de ringen in de originele
stand.
perslucht.