Testen
• Nadat u de werkzaamheden hebt voltooid dient u voor het
inschakelen van de airconditioner eerst te controleren of
de afdekking van de elektrabox van de binnenunit en het
onderhoudspaneel van de buitenunit zijn gesloten en de
circuitonderbreker op ON (in de AAN-stand) is gezet. Als u de
stroom inschakelt zonder eerst deze punten te controleren, kunt
u een elektrische schok krijgen.
• Indien er iets mis is met de airconditioner (wanneer u een
foutmelding ziet of een brandlucht ruikt, vreemde geluiden
hoort of wanneer de airconditioner niet koelt of verwarmt,
of wanneer er water uit lekt), raak dan de airconditioner
niet aan maar zet de circuitonderbreker in de UIT-stand en
neem contact op met een bevoegd onderhoudsmonteur.
Neem de nodige maatregelen om te voorkomen dat het
apparaat wordt ingeschakeld (schrijf bijvoorbeeld "defect"
dichtbij de stroomonderbreker e.d.) totdat de bevoegde
onderhoudsmonteur arriveert. Het voortzetten van het gebruik
van de airconditioner terwijl er iets mis mee is, kan leiden
tot ernstige mechanische defecten, elektrische schokken en
andere problemen
• Gebruik na beëindiging van het werk een isolatietester
(500V Megger) om te controleren of de weerstand 1 MΩ
of meer is tussen het stroomgedeelte en het metalen niet-
stroomgedeelte (aardingsgedeelte). Als de weerstandswaarde te
gering is, kan er
kortsluiting, lekstroom of een elektrische schok optreden aan de
gebruikerskant.
• Na voltooiing van het installatiewerk controleert u of er geen
koelmiddel lekt, of de waterafvoer in orde is en controleert u de
weerstand van de isolatie. Vervolgens laat u de airconditioner
proefdraaien, om te zien of het apparaat goed werkt.
Uitleg aan de gebruiker
• Na voltooiing van het installatiewerk vertelt u de gebruiker waar
de stroomonderbreker zich bevindt. Als de gebruiker niet weet
waar de stroomonderbreker zit, kan hij of zij de airconditioner niet
uitschakelen wanneer er zich een storing voordoet in de werking.
71-NL
• Indien het ventilatorrooster is beschadigd, raak dan de buitenunit
niet aan maar zet de circuitonderbreker in de UIT-stand en
verzoek een bevoegd onderhoudsmonteur(*1) om reparatie.
Zet de stroomonderbreker niet terug in de ON-stand totdat alle
vereiste reparaties zijn voltooid.
• Na voltooiing van het installatiewerk vertelt u aan de hand van
de gebruikershandleiding de gebruiker hoe het apparaat te
bedienen en te onderhouden.
Elders opstellen
• Alleen een bevoegd installateur(*1) of een bevoegd
onderhoudsmonteur(*1) mag de airconditioner verplaatsen.
Het is gevaarlijk als een onbevoegde de airconditioner verplaatst,
aangezien dat kan leiden tot gevaar voor brand, elektrische
schokken, verwondingen, waterlekkage, bijgeluiden en/of trillingen.
• Bij uitvoeren van werkzaamheden wanneer de pomp gestopt is,
schakelt u eerst de compressor uit voordat u de koelmiddelbuis
losmaakt. Wanneer u de koelmiddelleiding loskoppelt met de
onderhoudsklep open en de compressor in bedrijf, wordt lucht en
gas opgezogen waardoor de druk binnen de koelcyclus te hoog
oploopt, wat mogelijk kan leiden tot barsten, letsel of andere problemen.
VOORZICHTIG
In deze airconditioner wordt HFC-koelmiddel (R32) gebruikt.
Dit koelmiddel beschadigt de ozonlaag niet.
• Aangezien het R32-koelmiddel gemakkelijk verontreinigd raakt
door vocht, een geoxideerde fi lmlaag, olie, enz. door de hoge
druk, moet u erop letten dat er geen vocht, vuil, oud koelmiddel,
koelmachineolie, enz. in de koelcyclus terechtkomt tijdens de
installatiewerkzaamheden.
• Voor de installatie is speciaal gereedschap voor R32-koelmiddel
vereist.
• Gebruik nieuw en schoon leidingmateriaal voor de
aansluitingsleiding zodat er geen vocht en vuil in terechtkomt
tijdens de installatiewerkzaamheden.
• Wanneer u bestaande leidingen gebruikt, volg dan de
installatiehandleiding die bij de buitenunit wordt geleverd.
(*1) Zie de "Defi nitie van bevoegd installateur of bevoegd
onderhoudsmonteur".
– 36 –
EN
72-NL