Elk kanaal van de nap 500 is een bridged amplifier, zodat geen van de
luidsprekerverbindingen geaard is. Vermijd het gebruik van
netgevoede apparaten zoals elektrostatische luidsprekers, sub-
woofers en headphone-energisers die geen zwevende aarding hebben.
Stekkers die rechtstreeks of onrechtstreeks met de aarde verbonden
zijn, mogen niet verbonden worden met een luidsprekeruitgang.
Naim Audio cable moet gebruikt worden voor de verbinding van
luidsprekers. Speciale Naim Audio luidsprekerconnectoren worden
meegeleverd voor de verbinding met de eindversterker. OM AAN DE
HUIDIGE EUROPESE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN TE VOLDOEN, IS
HET ESSENTIEEL DEZE TE GEBRUIKEN.
GEBRUIK IN GEEN ENKEL GEVAL ZOGENAAMDE HIGH DEFINITION
WIRE OF EEN ANDERE SPECIALE KABEL TUSSEN DE EINDVERSTERKER
EN DE LUIDSPREKER, AANGEZIEN DIT TOT BESCHADIGING KAN
LEIDEN.
6.2 Bescherming
Als de nap 500 een temperatuur van 70 °C bereikt wegens langdurig
bedrijf op hoog niveau of een onderbreking van de verluchting, zal de
output onderbroken worden en zal de ventilator op volle kracht
ingeschakeld worden tot afkoeling. Dit kan enkele minuten duren. Het
is niet noodzakelijk de versterker uit te schakelen. Bij het plaatsen van
de nap 500 moet erop gelet worden de bovenste en onderste
ventilatieroosters niet te blokkeren.
In geval van een warmtezink of als een nap 135, 250, 180, 150 of 140
een temperatuur van 70°C bereikt wegens langdurig gebruik op hoog
niveau, een onderbroken verluchting of het uitvallen van de ventilator
(alleen 135), zal de netvoeding uitgeschakeld worden en zal het
indicatorlampje uitgaan tot de versterker gekoeld is. Dit kan tot 30
minuten duren.
De voeding van de nap 135 zal uitgeschakeld worden als gedurende
meer dan 10 µsec 18 amp wordt afgenomen, maar het indicatorlampje
zal niet doven. Om te resetten, moet de versterker gedurende 2
minuten uitgeschakeld worden. De nap 250 voeding zal uitschakelen
als meer dan 17 amp gedurende meer dan 10 µsec wordt afgenomen,
maar de indicator zal niet doven. Schakel de versterker gedurende 1
min uit om te resetten.
7.0: nac 52, nac 82, nac
102, nac 112 en nait 5
7.1 Afstandsbediening
Voor bediening van de afstandsbediening, zie het gedeelte over de
narcom 2 afstandsbediening in dit handboek.
7.2 Voeding
Naim voorversterkers hebben geen interne voeding en moeten
gebruikt worden met eindversterkers met een ingebouwde voeding
voor voorversterker, of met een supercap, hi-cap of flatcap 2 voeding.
De nac 52 kan alleen gebruikt worden samen met een supercap
voeding.
3 4
All manuals and user guides at all-guides.com
7.3 nac 52 en nac 82 opnemen en
beluisteren
De input-selectorknoppen bevinden zich in bovenste rij van knoppen.
Zij selecteren de bron die naar de eindversterker en de luidsprekers
wordt gestuurd voor beluistering. In de onderste rij bevindt zich een
overeenstemmende rij knoppen voor het selecteren van de bron die
naar de opname-uitgangen van de voorversterker worden gestuurd.
Het is dus mogelijk een bron te beluisteren terwijl de output van een
andere bron op een taperecorder wordt opgenomen. Het is mogelijk de
opnameknoppen te vergrendelen om ongewild uitschakelen tijdens
een opname te voorkomen. De opnamevergrendeling wordt in- of
uitgeschakeld door de mono-toets van de bron binnen 6 seconden 4
maal in te drukken.
7.4 nac 52 en nac 82 - mute en mono
Links van elke rij knoppen bevinden zich twee bijkomende knoppen,
gemerkt "mute" en "mono". Deze knoppen werken onafhankelijk zodat
bijv. de mute-knop in de onderste rij geen invloed heeft op het signaal
dat gekozen wordt via de bovenste knoppen, en omgekeerd. De mono-
knop op de bronrij heeft geen invloed op de opnamecircuits. Om een
functie te selecteren moet de betrokken toets eenmaal ingedrukt
worden. Om de functie uit te schakelen, moet de toets opnieuw
gedrukt worden.
7.5 nac 52 en nac 82 inputs
Input 1 is een input van hoog niveau, maar kan omgeschakeld worden
naar een fono-input door een plug-in kaart te plaatsen. Zie uw dealer
voor meer bijzonderheden.
Inputs 2 en 3 zijn standaard inputs van hoog niveau. Op de nac 52 is
input 2 voorzien van 2 connectoren. De extra connector (2b) is
bedoeld voor een prefix of stageline fono-stage. Slechts één van deze
connectoren kan op elk ogenblik gebruikt worden.
Inputs 4, 5 en 6 zijn standaard inputs van hoog niveau en hebben ook
een opname-uitgang zodat deze inputs gebruikt moeten worden voor
uw opname-apparatuur.
7.6 nac 102 opnamemogelijkheden en
monitorknop
De toets tape monitor (mon) maakt de beluistering mogelijk van de
output van een taperecorder met 3 koppen tijdens de opname om het
off-tape signaal te controleren. De bron voor de opname wordt
gekozen met de inputselectorknoppen.
De bediening van de monitorknop tijdens opname maakt het mogelijk
de output van een taperecorder verbonden met input 4 te beluisteren,
tenzij input 4 geselecteerd werd met de inputselector, in welk geval de
output van een taperecorder verbonden met input 5 zal worden
gehoord. Op input 6 is geen monitor beschikbaar. Aangezien er op de
nac 102 geen mono-mogelijkheid beschikbaar is, wordt de monitor
van de tape bediend met de mono-mogelijkheid op de
afstandsbediening. Als de mute-toets wordt gedrukt, zal er geen
output van de luidsprekers van gelijk welke input zijn, maar dit zal
geen invloed hebben op de opnamen die op dat ogenblik worden
gemaakt.