7 Basismodus
7.1 Aan- en uitzetten
Om de weegschaal aan te zetten de schakelaar "Aan/Uit" onderaan de
weegschaal naar voren schuiven (zie hoofdstuk 2). De weegschaal wordt
zelfgediagnosticeerd.
gewichtsaanduiding verschijnt.
Om de weegschaal uit te zetten de schakelaar "Aan/Uit" rechts onderaan de
weegschaal naar achteren schuiven.
7.2 Op nul zetten
Door op nul te zetten wordt de invloed van kleine verontreinigingen op het
weegschaalplateau gecorrigeerd. De fabriekinstelling van de waarden van het op
nul zetten van de weegschaal is ±2% Max.
Verdere instellingen in het menu (zie hoofdstuk 12).
Bij toepassing als het telsysteem kan in het menu het nulbereik van beide
weegschalen worden ingesteld (zie hoofdstuk 13).
Manueel
De weegschaal ontlasten.
De toets
drukken, de weegschaal wordt op nul gezet.
Het symbool [] verschijnt boven de aanduiding.
Automatisch
In het menu bestaat er de mogelijkheid om de automatische correctie van het
nulpunt uit te zetten of de waarde ervan te wijzigen (zie hoofdstuk 13).
7.3 Omschakelen referentieweegschaal kwantiteitsweegschaal bij gebruik
als telsysteem
Om stuks op te tellen kan het platform worden aangesloten met de interface van de
tweede weegschaal. In het telsysteem KERN CCS worden de stuks op de
kwantiteitsweegschaal KERN KFP opgeteld. Dankzij de hoge resolutie maakt de
referentieweegschaal KERN CFS het mogelijk om het gemiddelde stukgewicht zeer
precies te bepalen.
De tweede weegschaal wordt precies op dezelfde manier bediend als de eerste.
Door de toets
andere weegschaal omgeschakeld.
Op
de
display
De afgelezen aanduiding [] duidt de actieve weegschaal aan.
24
De
weegschaal
te drukken worden de aanduidingen tussen de ene en de
verschijnt
de
aanduiding
.
is
paraat
direct
CFS/CCS-BA-nl-1523
nadat
de
of