Oliepeil controleren en olie bijvullen (Afbeelding Y1 )
BELANGRIJK
Schade vermijden! De motor wordt zonder olie geleverd. De motor moet voor het
starten met olie worden gevuld.
–
De verticuteerder moet horizontaal op een gelijke bodem staan.
–
Vuil van olievulbereik verwijderen.
–
De oliepeilstok (1) uitnemen en met een schone doek afvegen.
–
De oliepeilstok (1) erin zetten. Niet draaien of vastdraaien.
–
De oliepeilstok (1) uittrekken en het oliepeil controleren. Als het oliepeil correct is,
bevindt de olie zich aan de bovenkant van de vol-markering (2) van de oliepeilstok.
–
Bij een te laag oliepeil langzaam motorolie in de vulopening (3) gieten
(hoeveelheid en kwaliteit zie Technische gegevens). Het oliepeil moet tot aan de
onderkant van de vulopening komen.
–
De oliepeilstok (1) weer inzetten en vastdraaien.
Brandstof invullen
–
Gebruik als tankvulling alleen verse en schone loodvrije standaard brandstof.
Brandstof met maximaal 10% ethanol is acceptabel.
–
Benzinedop losdraaien.
–
Brandstof m. b. v. een trechter tot max. onderkant van de vulpijp vullen.
–
Benzinedop weer aanbrengen en vastdraaien.
10 STARTEN VAN DE MOTOR
(AFBEELDING Z2 + S2 + A2 + E + Q2 )
Vóór het starten van de motor erop letten dat de messenas zich in de
uitlichtpositie (1) bevindt Z2.
De motor alleen achter de verticuteerder staand starten De verticuteerder in elk geval
op een vlak, niet met hoog gras begroeide ondergrond zetten (te hoog gras remt de
aanloop van de messenas en bemoeilijkt het startproces). Bij het starten van de motor
mag de machine niet omhoog worden gekanteld. Indien nodig moet de machine, door
de duwstang omlaag te duwen, zo schuin worden gezet dat het snijgereedschap in de
van de gebruiker afgewende richting wijst, maar niet verder dan absoluut noodzakelijk
is. Voordat het apparaat weer op de grond staat, moeten beide handen zich aan het
bovenste gedeelte van de duwstang bevinden.
VOORZICHTIG
Startkabelgreep tijdens het starten stevig vastpakken. De greep zou anders uit
de hand kunnen glijden. Verwondingsgevaar!
–
De brandstofkraan (2) openen S2 .
–
Bij koude motor de chokehendel op de motor (3) naar stand "Choke"
–
De gasregelaar (4) naar achter in positie "Haas" zetten. Tijdens gebruik van de
motor dient de gasregelaar op "Haas" te staan.
–
Om de motor te starten eerst de rode knop (5) ingedrukt houden en dan de
schakelbeugel (6) naar het bovenstuk van de stang trekken. Tijdens het gebruik
moet de schakelbeugel in deze stand worden vastgehouden A2 .
–
De startkabel (7) langzaam uittrekken tot er een weerstand merkbaar wordt, dan
snel uittrekken, – de motor begint te lopen, de kabel langzaam terugvoeren E .
–
Onder bepaalde omstandigheden moet het startproces herhaald worden.
–
Nadat de motor warmgelopen is, de chokehendel (3) naar voren in de
bedrijfsstand schuiven Q2 .
–
Bij bedrijfswarme motor de chokehendel op de motor (3) naar voren in
de bedrijfsstand schuiven. De motor starten zoals zojuist omschreven.
–
Als de motor niet aanspringt, ga dan te werk zoals bij het starten van de
koude motor.
11 UITSCHAKELEN VAN DE MOTOR (AFBEELDING F +
Y2 )
–
Veiligheidsschakelbeugel (1) loslaten F . De motor wordt uitgeschakeld en het
snijgereedschap komt tot stilstand. Opgelet! Het snijgereedschap loopt na!
–
Brandstofkraan (2) sluiten Y2 .
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
12 STOPPEN IN GEVAL VAN NOOD
Veiligheidsschakelbeugel loslaten.
–
Het snijgereedschap komt tot stilstand. Opgelet! Het snijgereedschap loopt na!
–
De motor gaat uit.
LET OP
Vóór elk verticuteren controleren of de veiligheidsschakelbeugel motorstop
foutloos functioneert:
–
Als de schakelbeugel wordt losgelaten, dan moet de motor zich uitschakelen
en het snijgereedschap tot stilstand komen (Opgelet! Het snijgereedschap
loopt na!).
Anders de dichtstbijzijnde geautoriseerde vakwerkplaats opzoeken.
13 INSTELLEN VAN DE VERTICUTEERDIEPTE
Het instellen van de verticuteerdiepte mag alleen bij uitgeschakelde
motor gebeuren!
Voor het werken met de verticuteerder wordt de verticuteerhendel naar voren in de
stand "Verticuteren" gedrukt T2 . Daarna wordt de messenas neergelaten en de
messen dringen in het grasoppervlak.
De werkdiepte is afhankelijk van de slijtage van de messen en moet bovendien op de
betreffende gazon- en grondverhoudingen worden ingesteld.
De verticuteerdiepte steeds op een effen gazonoppervlak controleren en instellen.
Bij neergelaten messenas dienen de messen de grasnerf iets aan te ritsen.
De werkdiepte van max. 3-5 mm is aan te bevelen. Bij een verzorgd gazon zonder
stenen kan de verticuteerdiepte iets groter worden ingesteld. Bij een gazonoppervlak
met veel mos dient met een kleinere werkdiepte te worden begonnen.
Instelling (Afbeelding T2 + V2 + Z2 )
Bij nieuwe machines is de messenas in de bovenste stand ingesteld.
De verticuteerdiepte als volgt instellen:
–
Verticuteerhendel naar voren zwenken om de messenas neer te laten T2 .
–
De knop (1) naar links draaien, tot de messenas het grasoppervlak raakt V2 .
–
De wijzer (2) (pijl) op de knop in één lijn brengen met de markering op de
behuizing (nulpuntinstelling) V2 .
–
Nu de knop naar links draaien, zodat de messenas in de grond snijdt. Hierbij
wordt de wijzer automatisch meegedraaid V2 .
–
Een volle omdraaiing (360°) naar links betekent een daling van 1,5 mm van
de messenas.
–
De verticuteerdiepte moet ca. 3–5 mm bedragen, d.w.z. 2–3 omdraaiingen van de
knop naar links.
–
De hendel wordt verticaal gezet om de messenas uit de ingestelde werkpositie te
heffen. De ingestelde verticuteerdiepte wordt hierdoor niet veranderd Z2 !
Na enkele werkuren kan een bijregelen van de messenas wegens slijtage noodzakelijk
worden. Hoe intensiever het gebruik, des te groter de slijtage van de messen. Harde of
zeer droge gronden versnellen de slijtage. De afstelling van de verticuteerdiepte dient
schuiven.
dan precies hetzelfde te worden uitgevoerd als boven staat omschreven.
14 GRASOPVANGINRICHTING
Gebruik met grasopvangzak (accessoire)
De verticuteerder kan ook met een extra opvangzak (bestelnummer zie originele
reserveonderdelen en accessoires) worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Bij gebruik van de grasvangzak moet deze volledig gemonteerd en in perfecte
technische staat zijn.
45
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen
zie tabel pagina 3