INSTALL WITH CONFIDENCE
NL
OPMERKING: BEWAAR HET INSTRUCTIEBLAD VOOR LATERE NASLAG
OVER DE WERKING EN HET ONDERHOUD VAN DEZE VLOTTERKRAAN.
BELANGRIJK: Geen kit o.i.d. gebruiken bij het monteren van dit
product.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Fluidmaster B.V., Driepoortenweg 5, 6827BP Arnhem,
The Netherlands
T: +31 26 362 90 20, F: +31 (0)26 361 73 75
W: www.wisa-sanitair.com, E: infonl@fluidmaster.com
A. BOVENDOP
B. MARKERING KRITIEK NIVEAU
C. VLOTTER
D. KRAANHUIS
E. AANPASBARE HOOGTE KLEPSCHACHT L. AFDICHTRING
F. FLENSMOER
G. DRAADSTUK
1. Sluit de watertoevoer af naar de stortbak in het spoelreservoir of
de stopkraan indien aangesloten op het leidingwater.
2. Koppel de leidingen af en verwijder de oude vlotterkraan uit de
spoelbak.
3. Plaats de afdichtring op de draadschacht van de vlotterkraan
(met de kegel naar beneden gericht). Plaats de vlotterkraan in de
spoelbak, schuif het draadeind door de opening in de spoelbak om
te controleren of de vlotterkraan hoogte moet worden aangepast.
4. Om de hoogte van de vlotterkraan aan te passen, verwijder hem
uit de toiletreservoir en het draadstuk in of uit het kraanhuis. Stel
de hoogte in tussen 225 mm en 350 mm. Op bepaalde modellen
hoort u een klik als u de hoogte instelt.
Dat is normaal. U dient de hoogte van de vlotterkraan zo aan te
passen dat het kritieke niveau, aangeduid met 'C.L.' bovenaan
het kraanhuis, zich minstens 25 mm boven de de opening van de
overloopbuis zit.
PROBLEEMOPLOSSING – VERVANGING VAN AFDICHTING: Indien
de klep niet kan worden ingeschakeld of uitgeschakeld of als de
spoelbak zich traag met water vult nadat de vlotterkraan al een
tijdje wordt gebruikt, moet de afdichting mogelijk worden vervan-
gen. Vraag uw dealer naar Model 242MP071 en voer de installatie
als volgt uit:
1. Sluit de watertoevoer af zoals weergegeven in Figuur 1 van
de instructies.
2. Verwijder de stelpen van het waterniveau van de bovendop,
zoals weergegeven.
3. Verwijder de bovendop door de arm op te tillen en 1/8 draai
linksom te draaien, terwijl u de dop lichtjes naar beneden
drukt.
4. Vervang de afdichting.
5. Houd een bakje over de niet-afgedekte vlotterkraan (om spat-
ten te voorkomen), en open en sluit de watertoevoer om vuil in
de aanvoerleiding te verwijderen.
6. Plaats de bovendop terug. Zorg ervoor dat de bovendop volle-
dig naar rechts is gedraaid of de vlotterkraan zal niet inschake-
len. Klik de stelpen voor het waterniveau weer op de bovendop.
7. Sluit de watertoevoer weer aan.
FLUIDMASTER 400 MET
BODEMAANSLUITING, INSTALLATIE-INSTRUCTIES VOOR SPOELBAK
H. KRAANAANSLUITSTUK
I. AANVOERLEIDING
J. ARM
K. INSTELSTAAF WATER-
NIVEAU
M.PAKKINGRING
+
Verplaats de borgring niet. Deze houdt het kraanhuis en de scha-
cht samen onder druk. Verwissel het kraanhuis niet met de oude
schacht, omdat er dan lekken kunnen ontstaan.
5. Installeer de vlotterkraan in de spoelbak. Draai de borgmoer op het
draadeind zodat de schacht voldoende door de spoelbak steekt
en de kraanaansluiting perfect past. Draai de borgmoer op dit
moment nog niet aan.
6. Als alles correct is geplaatst en voordat u de borgmoer aandraait,
sluit u de watertoevoer naar de vlotterkraan weer aan om te
controleren of de pakkingring correct afdicht. Draai de kraanaan-
sluiting met de hand aan (DRAAI NIET TE VAST AAN).
Draai vervolgens de borgmoer met de hand aan (DRAAI NIET TE
VAST AAN). Sluit de waterleiding weer aan.
7. BELANGRIJK: VERWIJDER ALTIJD HET VUIL VAN DE WATERLIJN
AAN HET EINDE VAN DE INSTALLATIE. Sluit de watertoevoer naar
de spoelbak af. Verwijder de BOVENKANT van de KLEP door de
arm op te heffen en de BOVENKANT 1/8 draai linksom te draaien
en lichtjes te drukken op de dop.
Terwijl u een bakje over de niet-afgedekte vlotterkraan houdt om
spatten te voorkomen, open en sluit de watertoevoer om het vuil
te verwijderen dat zich in de aanvoerleiding kan bevinden. Sluit de
watertoevoer af en plaats de BOVENKANT terug door de nokken
vast te klikken en 1/8 draai rechtsom te draaien.
ZORG ERVOOR DAT DE BOVENKANT VAN DE VLOTTERKRAAN IN DE
VERGRENDELDE POSITIE STAAT. HET IS MOGELIJK DAT DE VLOT-
TERKRAAN NIET INSCHAKELT ALS DE BOVENKANT NIET VOLLEDIG
VASTZIT. Sluit de watertoevoer aan.
8. Houd de vlotterbeker onder water gedurende 30 seconden. Stel
het water in op het gewenste niveau door aan de stelpen voor het
waterniveau te draaien en de vlotterbeker naar boven of beneden
te bewegen. Het waterniveau moet worden ingesteld op de
waterlijn op de spoelbak.
1. Sluit de watertoevoer af zoals weergegeven in Figuur 1 van
de instructies.
2. Verwijder de bovendop door de arm op te tillen en 1/8 draai
linksom te draaien.
3. Plaats de afdichting terug en breng de bovendop weer aan.
Zorg ervoor dat de bovendop volledig rechtsom is gedraaid tot
aan de stop.
4. Sluit de watertoevoer weer aan.
GEBRUIK GEEN BLEEK- OF CHLOORHOUDENDE REINIGINGSMIDDE-
LEN IN HET WATERRESERVOIR OF IN DE TOILETPOT. Het gebruik
van dergelijke producten zal: (1) SCHADE VEROORZAKEN aan on-
derdelen van het reservoir en kan: (1) LEIDEN TOT SCHADE aan
onderdelen in het waterreservoiren KAN OVERSTROMING en MATE-
RIËLE SCHADE VEROORZAKEN en (2) DE GARANTIE VAN FLUIDMAS-
TER NIETIG VERKLAREN. Draai de moeren NIET te hard aan, anders
kan het reservoir/de pot barsten. Gebruik voor de installatie of her-
stelling steeds kwaliteitsonderdelen van Fluidmaster. Fluidmaster
is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor het gebruik van on-
derdelen die niet van Fluidmaster zijn bij de installatie of reparatie.
7
++
WAARSCHUWING
NL