nl
168 | FWA 4630 | Onderhoud
6 .4 .6
Uitlezen van het meetblad voor de controle van de sensoren
Kolom
Regel
1 en 2
1 en 2
3 tot 6
er moeten vergeleken
worden:
1 met 2
3
3 met 6
4 met 5
4
3
6 .5
Instructies bij storingen
6 .5 .1
Fout- of informatiemeldingen
Beschrijving / melding
Mogelijke oorzaak
"Geen referentiewaarden." Geen zichtverbinding tus-
sen de referentiecamera's.
"Meetweg onderbroken".
Geen zichtverbinding tussen ca-
mera en meetplaat.
"Geen referentiewaar-
Geen zichtverbinding tussen de referentie-
den of referentiewaar-
camera's of geen stabiele referentiewaar-
den niet stabiel."
den, veroorzaakt bijv. door trillingen.
Foutmelding "Net-
Geen verbinding van Ether-
werkfout".
net-switch naar PC.
Geen verbinding van Power LAN naar sensor.
"Datacommunicatie met
Er worden nieuwe verbindingswegen voor de
sensor verstoord" ver-
datacommunicatie met de sensoren gezocht.
schijnt kortstondig op
het beeldscherm.
"Meetbox niet bereik-
De verbinding met de communicatiepro-
baar" verschijnt kortston-
cessor wordt opnieuw opgebouwd.
dig op het beeldscherm.
"Meetbox niet bereik-
Geen verbinding tussen compu-
baar" verschijnt perma-
ter en communicatieprocessor.
nent op het beeldscherm.
Programmacrash.
Communicatieprocessor defect.
|
1 690 706 005
2011-05-11
Handeling
Bij verschillende voortekens de kleinere meetwaarde van de grote aftrekken en het bedrag in kolom
3 invullen. Voorteken van de grotere waarde in kolom 3 invullen.
Bij gelijke voortekens de meetwaarden optellen en het bedrag met voorteken in kolom 3 invullen.
Bij identieke kenmerken kleine van de grote meetwaarde aftrekken en bedrag in kolom 3 invoeren.
Bevindt de grotere meetwaarde zich in kolom 1, wordt het kenmerk overgenomen, bevindt de
grotere meetwaarde zich in kolom 2, dan verandert het kenmerk.
Bij verschillende kenmerken de meetwaarden optellen en het bedrag in kolom 3 invoeren. Kenmerk
uit kolom 1 in kolom 3 invoeren.
Bij verschillende voortekens de meetwaarden optellen en het bedrag in kolom 4 invullen.
Bij gelijke voortekens de kleinere meetwaarde van de grote aftrekken en het bedrag in kolom 4
invullen.
Bij verschillende voortekens de kleinere meetwaarde van de grote aftrekken en het bedrag in kolom
4 invullen.
Bij gelijke voortekens de meetwaarden optellen en het bedrag in kolom 4 invullen.
De bedragen in kolom 4 horen niet groter te zijn dan 3'. Indien zij groter zijn, zijn meetfouten
gemaakt, bijv. verandering van het voertuig of van de snelspanklemmen.
De meting moet opnieuw worden uitgevoerd.
De meetwaarden in kolom 3 horen niet groter te zijn dan 6'. Indien de afwijkingen groter zijn moet
het toestel bijgesteld worden. Neem in dit geval contact op met de technische dienst.
Verhelpen / maatregelen
Zorg voor een vrij zicht tussen de referentiecamera's.
Visuele verbinding herstellen.
PC uitschakelen, FWA 4630 10 seconden lang van
het net scheiden, PC weer inschakelen.
Zorg voor een vrij zicht tussen de referentiecamera's.
Zorg ervoor dat de sensoren of het hefbrug zich niet be-
wegen of trillen. Zet evt. de motor van het voertuig af om
trillingen op het platform of de sensoren te vermijden.
Kabelverbinding controleren.
Wieluitlijnapparaat opnieuw starten.
Foutmelding negeren.
Foutmelding negeren.
Bekabeling van de computer naar de com-
municatieprocessor controleren.
PC uitschakelen, FWA 4630 10 seconden lang van
het net scheiden, PC weer inschakelen.
Contact opnemen met servicedienst.
Robert Bosch GmbH