Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
minimum te beperken. Bovendien moet de
aansluitleiding naar de veiligheidsinrich-
tingen zo kort en recht mogelijk zijn.
● Uitgangen naar veiligheidsinrichtingen
mogen niet tegenover andere aftakkingen
liggen.
● Toevoerleidingen van veiligheidsinrich-
tingen moeten stromingsgeoptimaliseerd
worden geïnstalleerd.
● De veiligheidsinrichtingen moeten worden
beschermd tegen schadelijke invloeden
van buitenaf, zoals weersinvloeden of stof,
die de werking kunnen belemmeren.
● De overdracht van trillingen op de veilig-
heidsinrichtingen moet worden voor-
komen.
● De veiligheidsinrichtingen moeten toegan-
kelijk zijn voor het controleren van de
juiste werking en voor onderhoud.
6.
Inbedrijfstelling
9007199877115531-10
GEVAAR
● Voorafgaand aan werkzaamheden aan de
hydraulische accumulator moeten
geschikte veiligheidsmaatregelen worden
getroffen.
● Verstikkingsgevaar: Bij het aflaten van
stikstof uit de hydraulische accumulator in
gesloten ruimtes moet voor voldoende
ventilatie worden gezorgd.
● Draag gehoorbescherming, oogbe-
scherming en handbescherming.
NL
6.1 Hydraulische accumulatoren
voorbereiden
622680843-10
Balgaccumulatoren
1. Schroef de beschermkap S [IV-1] en
afdekking H [IV-1] los en verwijder de O-
ring O [IV-1].
2. Laat de voorvuldruk aan de gaszijde
volledig ontsnappen met behulp van het
vul- en testapparaat FPU van HYDAC, zie
de toepasselijke documenten: 3.501.BA
[Hoofdstuk 1]
3. Draai het inzetstuk van het gasventiel E
[IV-1] er met de ventielschroevendraaier
helemaal uit.
Zuiger-, membraan- en
metaalbalgaccumulator
1. Verwijder de beschermkap S [IV-2] en
O-ring O [IV-2].
2. Laat de voorvuldruk aan de gaszijde
volledig ontsnappen met behulp van het
vul- en testapparaat FPU van HYDAC, zie
de toepasselijke documenten: 3.501.BA
[Hoofdstuk 1]
3. Draai de inbusbout P [IV-2] volledig los
met een inbussleutel (SW6,
DIN ISO 2936) WZ2 [IV-2].
6.2 Veiligheidsinrichting monteren
9007199877475211-10
GSV
● De GSV mag alleen met de daarvoor
bestemde zeskant 11 [III-1] worden
vastgedraaid.
● Het gebruik van tangen of soortgelijk
gereedschap die aan de behuizing 5
[III-1] worden bevestigd, is vanwege het
risico op beschadiging niet toegestaan.
● Het losschroeven van de met lijm bevei-
ligde zeskantige aansluiting 11 [III-1] uit
de behuizing 5 [III-1] is verboden, omdat
hierdoor de instellingen van het apparaat
worden veranderd.
● Verzegeling 2 [III-1] dient als bewijs dat
er geen wijzigingen aan het apparaat zijn
aangebracht met betrekking tot de
insteldruk. Het verwijderen van de verze-
geling 2 [III-1] en de kap 1 [III-1] en
daarmee het losschroeven van inbouw-
delen is verboden, aangezien hierdoor de
instelling van het apparaat verandert en de
GSV zijn toelating verliest.
Inbouw
1. Controleer de GSV op beschadigingen.
Een beschadigde GSV mag niet in bedrijf
worden genomen.
2. Controleer de GSV op corrosie.
3. Verwijder de sluitplug 13 [III-1].
4. Reinig de afdichtingsvlakken.
5. Schroef de GSV met de dichtingsring 12
[III-1] direct op de leiding of de schroef-
verbinding.
6. Schroef de GSV alleen met de meegele-
verde zeskant 11 [III-1] op de
aansluiting, aanhaalmoment: 80 Nm.
7. De bevestiging van de GSV moet zo
worden gekozen, dat deze bestand is
tegen trillingen tijdens bedrijf of een even-
tuele breuk in de aansluitleidingen.
50 / 80
INT 3.504.BA8/03.23
Publicidad
