Descargar Imprimir esta página

Selco WF 109 Instrucciones De Uso página 145

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 91
Minimaal 12A, maximaal 250A.
Minimaal -50A, maximaal +50A, fabrieksinstelling syn
8
Inductantie (weerstand bij wisselstroom)
Maakt het regelen mogelijk van de weerstand van het
las circuit.
Maakt het mogelijk een snellere of langzamere boog te
krijgen door de bewegingen van de lasser en de natuur-
lijke las instabiliteit te compenseren.
Lage weerstand = terugwerkende boog (meer spetters)
Hoge weerstand = minder terugwerkende boog (min-
der spetters).
Minimaal 12%, maximaal 100%, fabrieksinstelling syn
9
Dubbel puls
Maakt het gebruik mogelijk van de 'dubbel puls' functie.
Maakt her regelen van de wijdte van de pulsatie mogelijk.
Minimaal 0%, maximaal 100%, fabrieksinstelling uit.
10
Pulsatie tijd
Maakt het regelen van de cyclus , dat wil zeggen van de
impuls herhalingscyclus.
Maakt het mogelijk de frequentie van de impuls te regelen.
Minimaal 0.1s, maximaal 10,0s, fabrieksinstelling 0.5s
11
Secundaire voltage
Maakt de regeling mogelijk van het voltage van het
secondaire pulsering niveau.
Hierdoor kan grotere boog vastheid worden verkregen
gedurende de verschillende fases van het pulseren.
Minimaal -5V, maximaal + 5V, fabrieksinstelling 0V
12
Terug branden
Voor de regeling van de tijd dat de draad brandt waar-
door vastplakken aan het einde van het lassen wordt
voorkomen.
Voor de regeling van de lengte van het stuk draad bui-
ten de toorts.
Minimaal 0.01 sec., maximaal 2 sec., fabrieksinstelling
0.08 sec.
13
Soft start
Om de draadsnelheid in te stellen en te regelen vóór u
de boog ontsteekt.
Uitgedrukt in %van de ingestelde draadsnelheid.
Voor een ontsteking met lagere snelheid en dus soepe-
ler en m et minder spetters.
Minimaal 10%, maximaal 100%, fabrieksinstelling 50%
14
Voor gas
Om de gasstroom vóór de ontsteking van de boog in te
stellen en te regelen.
Om de toorts met gas te vullen en de werkplek gereed
te maken voor het lassen.
Minimaal uit, maximaal 25 sec., fabrieksinstelling 0.1 sec.
15
Na gas
Voor het instellen en regelen van de gastoevoer na het lassen.
Minimaal uit, maximaal 10 sec., fabrieksinstelling 2 sec.
16
Aanvankelijke vermeerdering
Maakt het mogelijk de waarde van de draadtoevoer
snelheid te regelen gedurende de eerste 'krater vulling'
lasfase.
Hierdoor kan de energie aanvoer worden verhoogd
wanneer dat noodzakelijk is bij dit deel van het werk in
deze fase (het materiaal is nog koud), is om een gelijk-
matige smelting te krijgen meer hitte nodig.
Minimaal 20%, maximaal 200%, fabrieksinstelling 120%
17
Krater vullen
Maakt het mogelijk de draadtoevoer snelheid te rege-
len tijdens de slot fase van het lassen.
Hierdoor kan de energie aanvoer worden verminderd
wanneer dat noodzakelijk is bij dit deel van het werk
in deze fase als het materiaal al heel heet is, zodoende
wordt het risico op ongewilde deformaties verkleind.
Minimaal 20%, maximaal 200%, fabrieksinstelling 120%
18
Puntlassen
Voor het activeren van het proces puntlassen en om de
lastijd te bepalen.
Minimaal 0.1 sec., maximaal 25 sec., fabrieksinstelling uit
19
Pauze punt
Voor het activeren van het proces "pauze punt" en om
een rusttijd tussen een las en de volgende las te bepalen.
Minimaal 0.1 sec., maximaal 25 sec., fabrieksinstelling uit
20
Laatste stroom
Maakt het mogelijk de stroom levering te regelen in de
nabrand fase.
Laat een min of meer 'gewelddadige' verbranding van
de draad toe.
Minimaal 12A, maximaal Imax, fabrieksinstelling syn
36
Stickout kalibreren
Maakt het mogelijk om de algemene waarden te kali-
breren afhankelijk van de werk condities van het sys-
teem.
Maakt het mogelijk dat de waarden van de parameters
zoals ze zijn ingegeven en af te lezen zijn exact gelijk
zijn (raadpleeg het gedeelte Stickout kalibreren).
37
Bewaken van de limieten
Maakt het instellen mogelijk van de waarschuwings-
grens en van de bewaking van de limieten.
Maakt een accurate controle mogelijk van de diverse las
fases.(raadpleeg het gedeelte bewaken van de limieten).
38
Aanvangsfilter
Maakt de controle mogelijk op de bewaking van de
limieten met een in te stellen vertraging met betrekking
tot het aanslaan van de boog.
Maakt het mogelijk de fase van aanslaan te filteren
(raadpleeg het gedeelte bewaken van de limieten).
39
Uitgangsfilter
Maakt het mogelijk de controle uit te schakelen vooraf-
gaand aan de natuurlijke afsluiting van de las.
Maakt het mogelijk de afsluitingsfase te filteren. (raad-
pleeg het gedeelte bewaken van limieten).
40
Stroom aflezen
Toont de werkelijke waarde van de lasstroom.
Maakt het mogelijk dat de methode om de lasstroom
te tonen wordt aan gezet (raadpleeg het gedeelte
Interface personificatie).
41
Voltage aflezen
Toont de werkelijke waarde van het las voltage.
Maakt het mogelijk dat de methode om het voltage te
tonen wordt aan gezet (raadpleeg het gedeelte Interface
personificatie).
42
Gasstroom aflezen
Maakt het tonen van de werkelijke waarde van de gas-
stroom mogelijk.
Maakt het instellen van het tonen van de waarde van
de gasstroom mogelijk (raadpleeg het gedeelte Interface
personificatie).
43
Bewegingssnelheid van de robot
Maakt het mogelijk dat de bewegingssnelheid van de
arm van een robot of van een automatisch apparaat
wordt getoond.
44
Stapsgewijze regeling
Maakt het stapsgewijze regelen van de parameter met de
persoonlijke instellingen van de lasser mogelijk..
Minimaal 1, maximaal Imax, fabrieksinstelling 1
145

Publicidad

loading