Differentieel transport
Het
differentieel
transport
beheert
twee
onafhankelijke transporteurs, één voor (A) en één
achter (B).
De voorste transporteur en de achterste werken
beide
met
een
onafhankelijk
mechanisme
waardoor transport van de stof met verschillende
verhoudingen mogelijk is.
Verschillende transporteurs
Positief differentieel
transport
Bij het instellen van positief differentieel transport
voert de voorste transporteur (A) een groter
transport uit dan de achterste transporteur (B).
Hierdoor krimpt de stof. Deze functie wordt gebruikt
om te voorkomen dat op stoffen die gemakkelijk
golven kreukels ontstaan.
Positief differentieel transport
Negatief differentieel
transport
Bij het instellen van negatief differentieel transport
voert de voorste transporteur (A) een lager transport
uit dan de achterste transporteur (B). Hierdoor
wordt de stof gespannen. Deze functie is handig op
lichtgewicht stoffen die gemakkelijk plooien.
Negatief differentieel transport
209 / 224