Optie
Auto save in flash
(automatisch opslaan
in flash)
Purge data (gegevens
wissen)
Start logging
measurement
(vastleggen van
metingen starten)
Open data (gegevens
openen)
7.4 Kalibratie
Kalibraties kunnen enkel uitgevoerd worden nadat het instrument geïnstalleerd en geconfigureerd is.
Opmerking: De temperatuursensor is in de fabriek gekalibreerd en kan enkel verwisseld worden door een Hach-
vertegenwoordiger.
7.4.1 Draagbaar kalibratieapparaat
Het draagbare kalibratieapparaat (onderdeelnummer
33088) is ideaal om de sensor dichtbij de locatie in
het monster te kalibreren. Het apparaat is ontworpen
om een gascilinder van een liter te bevatten, maar is
compatibel voor andere gascilinders.
Als u andere gascilinders gebruikt, sluit dan de
gastoevoer aan op de Swagelok-aansluiting (nr. 2)
en let erop dat de gasingangsdruk niet hoger is dan
2 bar absoluut.
De gasfles word niet meegeleverd en moet separaat
aangeschaft worden.
Om er zeker van te zijn dat de kalibratie goed functioneert, moeten de kalibratiegasflessen van
kwaliteit 99,999% (50) of beter zijn. Flessen met 34 liter samengeperst gas, met een 5/8-18 UNF-
(C10-) aansluiting, zijn compatibel met het draagbare kalibratieapparaat en worden aanbevolen voor
deze toepassing. Lege gasflessen kunnen eenvoudig uit het apparaat verwijderd worden. Schroef de
kleine schroef (nr. 3) met een paar draaien los, schuif de fles uit de zwarte plastic houder en schroef
de fles los van de drukverminderaar. Volg dezelfde procedure in omgekeerde volgorde om een
nieuwe fles te plaatsen.
7.4.2 Sensorkalibratie
De sensor kan op ad-hocbasis handmatig gekalibreerd worden. De modus staat standaard ingesteld
op nulpuntkalibratie met automatische beëindiging.
Voor hogere concentraties (meer dan 1% zuurstof, wat overeenkomt met ca. 400 ppb opgeloste O
kan een kalibratie bij hogere concentratie uitgevoerd worden met behulp van een gasmengsel dat
meer dan 1% zuurstof bevat, of een bekend lijnmonster. Dit mag echter pas gedaan worden als men
zeker weet dat het nulpunt nauwkeurig is. Dit wordt bereikt door eerst een nulpuntkalibratie uit te
voeren.
Sensoren met laag bereik: (K1100-L- en M1100-L-punten)
Er zijn twee kalibratiemodi beschikbaar: nulpuntkalibratie of kalibratie bij hogere concentratie. De
sensor is in de fabriek op nul gesteld. Tijdens gebruik is de nulpuntkalibratie de beste kalibratie om
de sensorspecificaties te verzekeren. Na vervanging wordt een nulpuntkalibratie aanbevolen.
Beschrijving
Vink dit vakje aan om de metingen automatisch in het flash-geheugen op te slaan.
De metingen worden met regelmatige tussenpauzes opgeslagen, zoals vastgelegd
in vak "FLASH time".
Wist alle gegevens uit het vluchtige en het permanente geheugen.
Alleen beschikbaar in modus Store once (eenmalig opslaan); deze optie start of
stopt een opnamesessie van de metingen. Het vastleggen van meetwaarden stopt
als het buffergeheugen vol is.
Opent een tabel met de gemeten waarden die opgeslagen zijn in het vluchtige
(RAM-) geheugen.
Opmerking: Als TPO- of TPA-berekening ingeschakeld is, dan komt een toets
"TPO data" of "TPA data" beschikbaar onder de hierboven beschreven toets "Open
data". Door op deze toets te drukken, verschijnen de TPO- of TPA-berekende
gegevens in een scherm zoals voor standaardgegevens.
)
2
Nederlands 197