Olie verversen
De olieverversing uitvoeren als de motor warm is, zodat de olie
beter vloeit.
1. De motor afzetten.
2. Het apparaat op een vlakke ondergrond neerzetten.
3. Zorg voor een geschikte opvangbak voor de afgewerkte olie.
4. Open de rechter bekleding (zwenken).
Oliepeilstok / olievulopening
1
Aftapslang
2
Aftapslanghouder
3
Slangklem
4
Sluitstuk
5
5. De oliepeilstok eruit draaien.
6. De aftapslang uit de houder nemen.
7. Open de slangklem op de aftapslang en trek het sluitstuk eruit.
8. De olie volledig in de opvangbak aftappen.
9. Steek het sluitstuk erin, en draai het vast met een slangklem.
10.De nieuwe motorolie (zie "Technische gegevens") tot de on-
derrand van de olievulopening bijvullen.
11.De oliepeilstok plaatsen en vastdraaien.
12.Bekleding sluiten.
13.De oude olie milieuvriendelijk afvoeren.
Luchtfilter controleren
1. De vleugelmoeren losschroeven.
Vleugelmoer
1
Deksel
2
Luchtfilter
3
Bevestiging
4
2. De deksel verwijderen.
3. Het luchtfilter op vervuiling controleren, indien nodig reinigen.
4. Schuif de deksel in de houder, en bevestig hem dan.
a Let op de juiste positie in de houder.
5. De vleugelmoeren aanbrengen en vastdraaien.
1. De vleugelmoeren van de deksel losschroeven.
Afdichting
1
Vleugelmoer deksel
2
Deksel
3
Vleugelmoer luchtfilter
4
Papierfilterinzetstuk
5
Schuimfilterinzetstuk
6
Luchtfilterbehuizing
7
2. De deksel verwijderen.
3. De vleugelmoeren van het luchtfilter losschroeven.
4. Het luchtfilterinzetstuk verwijderen.
5. Het schuimfilterinzetstuk van het papierfilterinzetstuk verwij-
deren.
6. Beide luchtfilterinzetstuk op beschadiging controleren.
7. Beschadigde luchtfilterinzetstukken vervangen.
8. Bij verder gebruik luchtfilterinzetstukken reinigen.
9. Het papierfilterinzetstuk enkele keren op een hard oppervlak
uitkloppen of van binnen met perslucht schoonblazen (maxi-
maal 0,2 MPa).
10.Het schuimfilterinzetstuk:
a In warme loopoplossing reinigen.
b Met helder water spoelen.
c Of met niet-ontvlambaar oplosmiddel reinigen.
d Laten drogen.
e In schone motorolie dompelen.
f Overtollige olie eruit drukken.
11.De binnenzijde van de deksel en de luchtfilterbehuizing met
een vochtige doek schoonvegen. Voorkom dat vuil de motor
binnendringt.
12.Het schuimfilterinzetstuk op het papierfilterinzetstuk plaatsen.
13.Het luchtfilterinzetstuk in de luchtfilterbehuizing plaatsen.
14.Ervoor zorgen dat de afdichting tussen luchtfilterbehuizing en
motor is aangebracht.
15.De vleugelmoeren van het luchtfilter aanbrengen en vast-
draaien.
16.De deksel aanbrengen.
17.De vleugelmoeren van de deksel aanbrengen en vastdraaien.
Nederlands
Luchtfilter reinigen
83