INSTALLATIE VOORWIEL
Draai de vork totdat deze zich vóór het frame bevindt en plaats, nadat u de afstandshouder voor de
remklauw hebt verwijderd, het voorwiel in de vorkbehuizing (uitvaleinden) en zet het vast met de
snelspanner die beschikbaar is in de meegeleverde accessoiredoos.
Steek de as met de conische veer in de naaf, waarbij u de hendel aan de linkerkant van de fiets
laat (kant van de remschijf); steek de tweede conische veer en borgmoer in de as die aan de
andere kant uit de naaf komt en schroef deze vast totdat deze tegen de uitvaleinden aankomt.
Sluit de hendel in de richting van de vork om het aanhalen te voltooien en controleer of de hendel
bij het sluiten voldoende weerstand biedt (zodat een afdruk achterblijft op de palm van de hand
waarmee de hendel wordt aangespannen, bekend als de "imprint on palm") en na het sluiten een
aanzienlijke kracht moet worden uitgeoefend om de hendel te laten openen.
OPGELET
Bedien de hendel van de voorrem (aan de linkerkant van het stuur) niet als het voorwiel niet
gemonteerd is en de afstandsbus voor de remklauw ontbreekt.
Borgmoer
Pin
Kegelvormige veren*
*Kegelvormige veren: plaats het uiteinde van de
kegelvormige veren (die met de kleinste diameter) in
de richting van het wiel.
209
Hendel