f.
De vrije circulatie van lucht aan de luchtintrede bovenaan en de luchtuittrede
aan de voorkant mag niet verhinderd worden (door bijv. gordijnen, planten of
meubels). Hierdoor zou turbulentie kunnen ontstaan die de correcte werking van
het apparaat verhindert (afb. 3).
g.
Sproei geen water of andere vloeistoffen op het apparaat (afb. 3).
h.
Plaats het apparaat niet zodanig dat de luchtstroom direct op mensen in de
nabijheid wordt gericht (afb. 3).
i.
De uittredelouvres nooit geforceerd openen (afb. 3).
l.
Geen flessen, blikjes, kleding, planten of andere voorwerpen op het
luchtintrederooster plaatsen (afb. 3).
m. De klimaatregelaar niet direct boven een huishoudelijk apparaat (tv, radio, koelkast
enz.) of boven een warmtebron installeren (afb. 3).
3
NL - 13
UNICO